Ik heb journalistiek gestudeerd en houd me daarnaast al jaren intensief bezig met (improvisatie-)theater. Dat zijn ook de twee dingen waarmee ik mijn geld verdien. Ik vind het geweldig als ze in één opdracht samenkomen, wat steeds vaker gebeurt. Zo leidde ik voor PKB Het Campagnebureau groepsdiscussies na de jaarlijkse Achlum Lezing, bracht ik theatermakers en publiek met elkaar in gesprek na de voorstelling Phobia in de Stadsschouwburg en presenteerde ik daar ook de afgelopen twee edities van WorldTalks. Mijn achtergrond in journalistiek kwam daarbij goed van pas, maar die in improvisatie zeker ook. In deze blog: vijf manieren waarop impro je een betere debat- en gespreksleider maakt.
111. Je thuisvoelen op een podium
Tuurlijk, improvisatietheater is lang niet de enige manier om je algemene podiumvaardigheid te ontwikkelen (eigenlijk vind ik dat veel groepen en spelers er juist wel wat meer aandacht aan zouden mogen besteden). Maar het is wel een laagdrempelige manier om er veel ervaring mee op te doen. En om je ook onder onzekere omstandigheden zeker te voelen op een podium.
2. Luisteren
Een panelgesprek of debat leiden is vooral ook een kwestie van goed luisteren. Wat probeert iemand nou eigenlijk te zeggen? En wat communiceert hij non-verbaal? Je daar bewust van zijn kan enorm helpen om de punten die de sprekers willen maken helder naar voren te krijgen en om ze scherp op elkaar te laten reageren zonder dat de sfeer grimmig of onprettig wordt (Ik zei laatst eens: ‘Job Cohen kijkt erg bedenkelijk terwijl je dit zegt…’ De zaal moest lachen en Cohen zelf ook, maar hij kon daardoor ook meteen reageren wat de discussie ten goede kwam). Goed luisteren en kijken en daar wat mee doen, is bij uitstek een vaardigheid die je ontwikkelt door te improviseren.
3. De kaartjes loslaten
Achtergrondinformatie over de sprekers, een aantal vragen die zeker gesteld moeten worden, de volgorde van de programma-onderdelen, huishoudelijke mededelingen… Allemaal dingen die handig zijn om bij de hand te houden op kaartjes met spreektekst. Maar voor een levendig gesprek en contact met het publiek is het ook van belang die kaartjes los te laten. Ik heb al veel presentatoren gezien die daar moeite mee hebben. Als je alleen mensen of dingen aankondigt, kom je daar misschien nog mee weg. Maar bij een debat of discussie niet. Dat komt aan op reageren op wat er op dat moment gebeurt. Net als bij… precies!
4. Voeling houden
Duurt het te lang? Is iedereen er nog wel bij? Is het nog wel te volgen? Lopen de gemoederen niet te hoog op? Als gespreksleider moet je altijd je voelsprieten uitsteken om dit soort vragen te kunnen beantwoorden. En als je het gevoel hebt dat het niet gaat zoals zou moeten, dan kun je daar wat aan doen. Maar alleen als je hebt geleerd te vertrouwen op je gevoel. Dat je er vanuit durft te gaan dat als jij het tijd vindt om in te grijpen, dat anderen dat dan waarschijnlijk ook vinden (ook zijn ze zich er nog niet van bewust). Dat is ook meteen een impro-tip waar ik zelf veel aan heb gehad en die ik zelf ook graag geef aan mensen die ik lesgeef of train.
5. Risico nemen
Met net iets meer lef wordt een debat, gesprek of discussie vaak meteen een stuk beter. Alleen, dan moet je als leider of presentator wel een klein beetje risico durven nemen. En net die ene opmerking wel maken in plaats van inslikken. Bij het laatste debat dat ik leidde, maakte ik een vrij simpel grapje over het geluid dat door de Skype-verbinding kwam. Iets met salamanders. Niks bijzonders naar mijn idee maar juist daarover kreeg na afloop de meeste complimenten (met impro kun je ook aan je komische timing werken, best handig).
Dit laatste punt is meteen ook het grootste gevaar. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je de lolbroek uit gaat hangen, de ene na de andere ongepaste opmerking de zaal in slingert of om de haverklap een frats uithaalt (onder het motto: kijk mij eens een risico nemen! Wat heb ik veel lef, he?). Er komt heus ook meer bij kijken dan bovenstaande vaardigheden. Ik zeg ook niet dat iedere impro-speler meteen geknipt is als presentator of debatleider. Maar wel dat iedere presentator of debatleider baat heeft bij training in improvisatie.