‘Eindelijk een improvisatieprogramma met mensen die daadwerkelijk kunnen improviseren!’ ‘Hopelijk wordt het anders dan de Lama’s!’ Deze reacties hoorde ik veel uit de improscene nadat bekend werd dat ik meedoe aan het nieuwe tv-programma ALPACAS. Nu de eerste aflevering is geweest, heeft iedereen kunnen zien dat het qua stijl en beelden veel overeenkomsten heeft met de illustere voorganger. Mogelijk meer dan de oorspronkelijke enthousiastelingen lief is. Dat is echter geen toeval en niet uitsluitend omwille van de herkenbaarheid. Er is een simpele reden voor: TV is geen theater. Daarom in deze blog: waarom ALPACAS is wat het is, doet wat het doet en er uit ziet zoals het er uit ziet.
Graag neem ik jullie mee langs bij theatersporters veelgehoorde kritieken op de Lama’s die wellicht ook op ALPACAS van toepassing zijn.
Waarom is het spel zo statisch?
Tijd voor een experiment!
-Neem een lege wc-rol
-Ga naar een theatersportvoorstelling (ja, nu ja. Ik wacht.)
-Ga op de eerste rij zitten en bekijk de voorstelling door de wc rol
-Optioneel: negeer de bevreemde blikken van de overige mensen in het publiek
Waarschijnlijk heb je ervaren dat bijvoorbeeld een draaideur op deze wijze makkelijker te volgen is dan een musical. Dat ‘talking heads’, hoewel vaak oersaai in het theater, prettiger wegkijken door de wc-rol dan een dansping. En dat wanneer je maar één speler kunt vangen in je beeld, het een stuk lastiger is om mee te krijgen wat er nog meer gebeurt buiten beeld, ook al kun je het wel horen.
Gefeliciteerd! Je hebt jezelf getransformeerd in een camera en wat je ervaren hebt zijn feitelijk shots. Een van de televisiewetten is: wat je niet ziet, gebeurt ook niet. Een meter afstand op de vloer lijkt op tv drie meter. Daarom staan we als spelers zo dicht op elkaar in de scenes. En daarom rennen en vliegen we niet het hele podium over. Interactie tussen spelers kijkt lekkerder weg als je beide spelers in beeld ziet. Ook inspringen in een scene van iemand anders gebeurt weinig. De camera moet dat namelijk maar net goed maar vooral ook tijdig in beeld krijgen, anders is je hele scene onbruikbaar. Daar komt nog bij dat het verwarrend voor de kijker kan zijn. Als het wordt aangekondigd als een spel voor speler X en Y, verwacht de kijker niet dat speler Z er ineens tussendoor komt fietsen.
Bijkomend effect is dat de kijkers door al die close-ups ons als spelers goed leren kennen. Het feit dat we zes totaal verschillende types zijn helpt hier ook enorm bij. Naarmate wij en de games die we spelen bekender worden kan het shot steeds ruimer en de vorm steeds losser worden.
Waarom zit er zo weinig muziek in?
Naar verluidt zapt de helft van de kijkers weg op het moment de muziek start bij De Wereld Draait Door om een minuut later weer terug te keren. Dus hoewel er enkele fantastische zangers in ALPACAS zitten en er een geweldige pianist is, doen we weinig tot niets met muziek. We moeten de kijkers nu eenmaal vasthouden. Zoals jullie wellicht ook opgevallen is: er is weinig begeleidende muziek op de achtergrond bij scenes. Dit heeft een hele simpele reden: een scene met doorlopende muziek eronder kun je niet monteren. Zelfs al knip je twee seconden (bijvoorbeeld een hoestbui) uit een scene: de achtergrondmuziek hapert en de scene is niet meer bruikbaar om uit te zenden.
Waarom zijn het zulke simpele games?
De spelers staan op een rij, ze krijgen een opdracht, stappen naar voren en maken een grap. In een geïmproviseerde theatershow zie je dit type ‘schietspelletjes’ zelden, terwijl het de basis-structuur is van de meeste games die te zien zijn in ALPACAS. De reden? Het is voldoet alle televisiewetten en –voorwaarden. Je kunt een close-up van een speler maken en in hetzelfde shot de reacties van de spelers op de achtergrond zien, het is om te lachen, je kunt er naar harte lust in knippen en monteren. Bovendien snap je de game ook als je als argeloze kijker halverwege invalt. De spellen die we spelen, moeten in één zin uit te leggen zijn, anders haakt een deel van het publiek af omdat ze het niet kunnen volgen. Een groot deel van mijn favoriete vormen uit de theatersportwereld valt daardoor af. Kunnen we dan geen meer verhalende scenes spelen? Tuurlijk wel! En dat doen we ook. Een Iets Anders of een Emotionele Roetsjbaan zijn in principe prima verhalende scenes, alleen spelen wij ze in een moorddadig tempo.
Maar dan is het toch meer amusement dan impro?
Juist! Althans, het is improvisatie gericht op de lach.
Wat moet ik hier als improspeler nu van vinden?
Denk je na dit alles ‘Ja maar, ik wil wel de mis-en-scene zien’ of ‘ik hou wel van muzikale scenes of ‘speelt toch eens een total impro’. Bedenk je dan dat jij misschien niet de doelgroep bent. Sterker nog: jouw goedkeuring zou wel eens het tegenovergestelde kunnen zijn van wat bedoeld is. Het programma is niet te plat / makkelijk / op de lach gericht, maar jij – als doorgewinterde improspeler – bent misschien te verwend, een te ervaren kijker. ALPACAS is zo opgezet dat iemand die nog nooit impro gezien heeft, geen verhaalstructuur kan herkennen of nimmer een stap in het theater zette tóch direct mee kan lachen omdat hij snapt wat er gebeurt. Het is een programma dat gericht is op vermaak voor de massa, niet op het laten ervaren van de magie van improvisatie voor de fijnproever. Als dat wel gebeurt, is dat een geweldige bijvangst en daar ligt een belangrijke uitdaging voor mij als speler! En wie weet: misschien, heel misschien, kijkt er ergens in Nederland een jongeling naar ALPACAS die zo geïnspireerd raakt door een van onze scènes dat hij besluit om zaaddonor te worden. Dan is mijn missie geslaagd.
Hey Thomas,
Leuk blog enne … leuk programma!
Wat me wel opvalt aan je blog is dat het lijkt alsof je jezelf (en het programma) aan het verdedigen bent. Je legt uit waarom er bepaalde keuzes zijn gemaakt, waarom het werkt zoals het werkt en dat het daarom misschien anders is dan dat de doorsnee impro-speler had verwacht. Daar is natuurlijk niks mis mee, prima om te horen wat er speelt bij het maken van zo’n tv-programma. Alleen voelt het dus wel alsof je jezelf staat te verdedigen. En ik zou niet weten waarom. Het is toch een leuk programma? En er zullen altijd mensen zijn die kritiek hebben en/of vinden dat het anders moet: de stuurlui die aan wal staan.
Als je trots bent op wat je maakt, wat maakt het dan nog uit dat niet iedereen juichend achter je aanloopt? Natuurlijk is het fijn als dat wel gebeurd en dat er ook mensen zijn die wel hun waardering uitspreken en complimenteus zijn.
Wat ik overigens niet eens ben met je is dat het wel *moest* lijken op De Lama’s omdat tv daar nu eenmaal om vraagt. Ik kan me veel goede redenen bedenken waarom het zo leunt op De Lama’s maar niet dat dit de enige vorm is waarop je improvisatie op tv kunt brengen. Who’s Line Is It Anyway is ook impro, is ook succesvol en zit toch anders in elkaar. De Vloer Op is .. ach, nee: dat is toch wel echt iets anders. Omdat daar het ’trucje’ improvisatie minder van belang is dan het maken van theater. Wellicht daarom ook minder succesvol.
Persoonlijk had ik gehoopt dat het wat minder zou lijken op De Lama’s. Niet omdat dat programma slecht was, zeker niet, maar omdat ik benieuwd was naar een nieuwe insteek, Misschien is die er ook wel en staat die gewoon nog op het fundament van een succesformule. En is dat fundament nu nog sterk te zien en gaan we de komende tijd (jaren, hoop ik) nog veel nieuwe vondsten zien.
Ik heb meermalen hard moeten lachen en ik vond sommige invallen erg briljant. En ik vond het meer impro-zoals-ik-het-ken dan jullie illustere tv-voorganger. Kortom: ik vond het een leuk programma.
Maar wat ik of wie dan ook er nu van vindt: Jullie hebben niets om je voor te schamen. Wat zeg ik: jullie hebben alles om trots op te zijn. Wees dat dan ook.
Beste Berry,
Dank voor je reactie en de complimenten. Het stuk is niet per se verdedigend bedoeld, hoewel ik snap dat het zo overkomt. Ik heb vooral ook de theatersporter willen meenemen in de wisselwerking tussen TV en theatersport. De vorm die ik gekozen heb is die van de kritische kijker, die denk ik de verdedigende toon in de hand werkt.
Of en hoe het programma zich zal ontwikkelen is een hele spannende. Ik hoop persoonlijk dat we in een steeds groter beeld kunnen spelen. m.a.w. dat kijkers straks snappen wat we aan het doen zijn zonder dat ze ons gezicht zien.
Nogmaals hartelijk dank voor je reactie en ik hoop je ook komende afleveringen veel te lachten hebt!
Leuk om deze achtergrondinformatie te lezen. Lijkt me ‘duidelijk’ dat de ‘ware’ beleving in het theater zelf ‘live’ ervaren dient te worden.
Goed en illustrerend stuk Thomas en ik ben het helemaal met je eens!