Hoe gaat jouw improvisatie-groep om met het geven van feedback aan elkaar? En hoe begeleid je dit als docent? Dit vroeg ik me af nadat ik dit een aantal keer van afstand behoorlijk mis zag gaan. Daarom in deze blog: tips voor effectieve feedback.
Wanneer een groep of vereniging niet af en toe stil staat bij het onderlinge proces en het geven van feedback kan dit grote gevolgen hebben. Er ontstaat een verziekte sfeer, een angstcultuur, mensen lopen weg of een groep knalt in zijn geheel uit elkaar. In deze blog even een paar algemene tips over het geven van feedback onderling. Deze tips komen voort uit observaties van mijzelf, maar ook van andere improtrainers.
Individuele feedback (tijdens de trainingen)
- Hou het bij jezelf
Wat wil jij eigenlijk anders? Wat wil je beter en mooier? Hierdoor verbind je jezelf ook aan het resultaat, je bent een speler (zowel een improspeler als ook een “speler” in het proces van feedback geven en ontvangen) en je onderkent dat.
- Wees objectief
Als ik één ding van mijn tijd bij de politie heb geleerd, is het objectief observeren. Het moeilijkste hiervan is het vermijden van woorden die een reeks handelingen samenvoegen en labelen. Een slechtvoorbeeld: “je blokkeerde constant.” Een slechter voorbeeld: “Je vertraagde de scene.” Een beter voorbeeld: “Ik hoorde je veel vragen stellen zoals ‘wie bent u?’ en ‘wat zullen we gaan doen?’”
- Oorzaak-gevolg
Begin bij de oorzaak en benoem daarna jouw interpretatie van het gevolg, bijvoorbeeld: “Daardoor zag ik dat de andere speler veel moest verzinnen en jullie niet bezig konden zijn met de volgende logische stap in het verhaal.”
- Glimlach
Al is het maar een beetje. Niet alleen om te laten zien dat je het goed meent, maar ook omdat wanneer je (ook al is het minimaal) glimlacht, je stembanden ontspannen zijn en een prettige warme klank geven.
- Wees eerlijk en transparant
Vertel eerlijk wat jouw ambitie en belang is. ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ zei mijn moeder altijd. Dus als je wilt dat anderen eerlijk en open naar jou zijn, moet jij het ook zijn.
- Check je feedback
Check of de ander snapt wat je bedoelt, zonder de ander voor dom uit te maken 😉 “Moet ik het nog toelichten, heb ik het goed voor je verwoord?” - Wees je ervan bewust dat je de waarheid niet in pacht hebt
Alle wetenschap is uiteindelijk gebouwd op drijfzand (Karl Popper) en een wijs mens durft te twijfelen. Er is ook vast een situatie te bedenken waarin één van deze tips een andere uitwerking heeft.
Feedback als groep (zowel tijdens voorstellingen als tijdens trainingen)
- Geef persoonlijke feedback één op één
Onder het mom van ‘feedback’ komt het wel eens voor dat er ‘afgerekend’ wordt met iemand door een hele groep. Dit moet je niet willen, ook al voelt het even terecht, het kan het slachtoffer flink beschadigen. Bovendien kan je zelf ook een keer aan de beurt zijn. Wat beter werkt, is een buddy systeem waarbij twee spelers elkaar persoonlijke feedback geven.
- Wees onderzoekend
Maak er tijdens een training met elkaar een laboratoriumsituatie van waarbij je onderzoekt wat wel en niet werkt. Glimlach en zeg: “Ok, we proberen het nog een keer.” Je wilt immers allemaal hetzelfde einddoel, een scene die bij zowel speler als publiek voldoening geeft.
- Stimulerende spelcoaching tijdens een training
Vertel wat wel werkt en waar je meer van wilt zien. Dat kan ook tijdens een scene door middel van side coaching: “ jaa stilte laten vallen, heel mooi, zet door”.
- Spreek de verschillen in ambitie en belangen uit
Hou een keer per jaar een gesprek met elkaar wie jullie als groep willen zijn. Wanneer de verschillende ambities en belangen niet uitgesproken worden, kan dit tot spanningen leiden.
- Pauzemoment
In de pauze van een voorstelling kun je bijvoorbeeld (in plaats van benoemen van wat er allemaal slecht ging) een zogenaamd “wensenrondje” doen. Een ieder benoemt wat hij of zij nog graag zou willen spelen; “Heeft iemand nog wensen voor de tweede helft? Wat wil je en wat heb je daar voor nodig?”
Feedback als docent (tijdens trainingen)
- Alles wat al is genoemd bij ‘individuele feedback’.
- Maak van je feedback een gesprek
Lastig om te doen, maar het geeft bijzonder veel voldoening als het lukt. Wat het lastig maakt, is dat je veel tegelijkertijd moet doen: het proces leiden, graven in je geheugen voor concrete observaties, deze observaties te koppelen aan jouw emotionele respons en interpretatie, samenvatten wat de ander zegt, de non verbale signalen van de ander waarnemen en interpreteren en doorvragen.
- Maak jezelf misbaar
Zorg ervoor dat de spelers de feedback op meerdere situaties kunnen toepassen. Veralgemeniseer je feedback en voorkom tegelijkertijd bulkbegrippen als: ’energie’. Deze bulkbegrippen hebben namelijk altijd jou nodig als duider. Hierdoor maak je je cursist afhankelijk van jouw duiding.
- Koppel je feedback aan je lesdoel
Bijvoorbeeld: “Deze les gaat over dit doel en ik gebruik deze spelvorm om dat doel te oefenen. We gaan daarom niet uitgebreid aandacht besteden aan andere onderwerpen die mogelijk in de spelvorm naar voren komen.”
- Inventariseer waar behoefte aan is
Niet iedereen in de groep heeft dezelfde ambitie, behoeften of belangen. Als je vaker (dan een blok) les gaat geven aan een vaste groep, in het handig deze te inventariseren. Sommigen willen bijvoorbeeld gewoon een keer per week ‘lekker gek doen’ en komen niet om iets te leren. Het is ook goed om je als docent af te vragen waar je zelf behoefte aan hebt.
Casussen
Nu we helder hebben wat werkt is het wel vermakelijk om even een aantal risicovolle casussen aan te halen. Waarschijnlijk zijn ze voor jou wel herkenbaar en kan je er al wat tips op toepassen.
Bloksysteem als ontwijkmiddel
Veel groepen werken met blokken. Een docent geeft vier lessen, brengt zijn specialisme over en is weer weg. Hierdoor kan hij niet het proces in de groep monitoren, kan geen patronen vaststellen in het spelproces en heeft niet de tijd en ruimte om deze duurzaam ter sprake brengen. Ik merk dat dit bloksysteem wel eens onbewust gebruikt wordt om de focus te leggen op het eind product (verhalende scenes, comedy, zangstructuren) en het maar niet over de onderlinge verhoudingen te hebben. Terwijl steeds als Japie opstaat het significant lang duurt voordat iemand zich opoffert om met hem een scene te spelen.
Vendetta
Telkens wanneer A iets zegt schiet B in een kramp en vice versa. Dit begint nog met vriendelijk wegkijken, maar loopt op naar: snuiven, gespannen bovenlip, “ja maar”, “mag ik even uitpraten” en eindigt in een uitbarsting met woorden als ”jij”, “altijd”, “ik “en “nooit” waarna er één weg loopt.
Tomeloze ambitie met beperkte middelen
Enkele groepsleden willen heel graag erkenning. In aanloop naar een groot toernooi zijn ze druk aan het analyseren wat voor scenes punten scoren bij de rechters en in welke poule ze terecht zijn gekomen. Er wordt driftig geappt in de groepsapp. Een aantal andere leden van de groep wordt steeds stiller en reageert steeds minder vaak. Hoe meer de eersten hun ambitie tonen, des te vaker zeggen de anderen trainingen af. Eigenlijk geloven ze niet dat de groep en vooral die ambitieuze spelers de kwaliteiten hebben om deze ambities ook waar te maken. Het wordt echter nooit openlijk besproken.
Praten praten Praten
Na iedere scene wordt er bij ons altijd lang geëvalueerd waarbij iedereen iets mag zeggen en er hele discussies ontstaan. Er wordt vaak benoemd wat iemand deed en wat hij beter had kunnen doen. Er wordt ook veelal iets herhaalt, maar ja: iedereen moet toch iets mogen zeggen…?
Professor Zuurpruim
Het is pauze en Dennis met zijn mondhoeken die permanent in standje ontevreden staan, komt zijn eigen angst en perfectionisme projecteren. Er komt een grote opsomming van zaken waar hij niet tevreden over is en waar beter op gelet moet worden. Tevens zegt hij waar mensen persoonlijk aan moeten werken in de tweede helft. Wij zuchten en knikken. Na de pauze gaat het nog slechter dan voor de pauze, deze spelers kijken veel naar de grond en zijn erg bezig zich alle “tips” uit de pauze te herinneren. Alleen Dennis speelt een stuk vrijer. Bob luistert nu in de pauze liever een muziekje en probeer Dennis te ontwijken.
Commercieel belang
Trudy heeft een bedrijfje in impro. Ze geeft impro workshops en speelt af en toe shows voor bedrijven en scholen. Met voorstellingen kan Trudy meestal niet, ze heeft het ook heel erg druk… Sanne denkt dat Trudy zich schaamt voor de andere spelers.
Senioriteit
Gea vindt dat ze altijd gelijk heeft, want ze doet het langst aan improvisatie van iedereen. Ze was zelfs bij de oprichting van de vereniging, niemand hoeft haar meer iets te vertellen. Daarentegen geeft ze vanuit haar zelfgebouwde ivoren toren wel graag advies aan anderen.
Komt eens van deze situaties je net iets te bekend voor? Dan is het hoog tijd om het in je groep eens te hebben over het proces en feedback!