Het zit erop. Na de DVD-vertoning – jaja! – vorige week in het theater waar wij ook de uitvoeringen hadden, is het grote avontuur dat musical Lady Marmelade heet dan echt afgerond. Het publiek was uitzinnig en ik kreeg regelmatig terug dat je de productie eigenlijk niet meer ‘amateur’ kunt noemen. Een groot compliment aan de cast, het creatieve team, de vrijwilligers en al die anderen die hebben bijgedragen aan dit succes. Hoogste tijd voor een terugblik in woord en beeld.
Alles kwam samen
De week van de uitvoeringen, net na het verschijnen van mijn tweede blog, was een intensieve. Op woensdagavond de presentatie van het decor, waardoor wij voor het eerst in het theater konden oefenen. Op donderdagavond nog meer oefenen, nu met de zenders en het geluid erbij. Vanaf vrijdagochtend zijn wij het theater nauwelijks meer uitgekomen, met ’s middags de generale repetitie, ’s avonds de première en daarna nog 4 voorstellingen. Zondagavond was het doek nog niet gevallen of wij stonden met zijn allen tot diep in de nacht het decor af te breken (en vooruit: een drankje te drinken). De marathon die een finalist van het Nederlands Theatersport Toernooi aflegt, is er niks bij. Bezoekers vonden het zonde dat de musical niet meerdere weekenden te bewonderen viel, maar ik snap het wel dat dit simpelweg niet lúkt. Het afhuren van het theater, het op- en afbouwen van het decor, het regelen van alle vrijwilligers: voor één weekend zijn het al meer dan genoeg uitdagingen. De vraag is ook of je het zou moeten wíllen. De afbakening van één weekend zorgt ervoor dat iedereen 100% gefocust is. Je weet dat er geen herkansing is. Alles moet gebeuren in dat ene weekend.
Gelukkig gebeurde dat. Het spel was intenser, de samenzang beter en het spelplezier groter dan ooit bereikt tijdens de repetities. Satine, de ster van de Moulin Rouge, werd met kleding en make up in het betoverende decor daadwerkelijk de ster van de nachtclub. Ik op mijn beurt werd met pruik en groeven in mijn gezicht nog meer die vieze oude Hertog die zich aan haar opdrong en haar wilde bezitten. De begrafenis scène werd als opening van de musical nóg mooier door de ingetogen belichting. Ik kon als ‘bezoeker’ in de zaal het publiek letterlijk horen verstommen wanneer het doek opging, terwijl het koor (mijzelf incluis) het eerste lied al had ingezet. De neerdwarrelende rozenblaadjes aan het eind van de zelf samengestelde Nederlandse love-medley maakte de romantiek compleet. En zo kan ik nog wel even doorgaan. We konden met deze musical theaterbeelden creëren zoals je dat met improvisatie nooit zou lukken.
Ruimte voor impro
Gelukkig was er voldoende ruimte voor improvisatie, al dan niet in een light-versie. Voor aanvang van de musical mocht ik al wat rondlopen en gesprekjes aanknopen met het publiek. Ik heb menig vrouwelijke bezoeker gevraagd of we elkaar niet eerder hadden gezien in de Moulin Rouge en of we na afloop nog samen een drankje konden drinken. Heerlijk om te doen. Verder vertelde de regisseur na de generale repetitie semi-serieus dat het haar leuk leek als ik in een bepaalde scène niet alleen mijn pistool (3D-geprint door een medespeler!) zou bekijken, maar er ook aan zou likken. Wat een improspeler daarop zegt? ‘Leuk, dat gaan we gewoon uitproberen tijdens de première!’ Het werkte perfect. Het leukste is nog wel dat het grootste deel van de cast er pas bij de DVD-vertoning achter kwam dat ik dit deed. Immers, ik had het nooit tijdens repetities geoefend en anders dan bij improvisatievoorstellingen zit je niet vanaf de zijkant van het podium te bekijken wat er op het toneel gebeurt. Ook de scène tijdens het nummer Als een waakvlam – origineel het lied Like a virgin – kreeg pas in het theater echt vorm. En werd met de voorstelling komischer, theatraler en verrassender. In dat opzicht is het misschien maar goed dat het doek na één weekend viel.
Tekstvast
De teksten zaten er na de wekelijkse bestudering van het script thuis, goed ingeramd. Juist daarom ontstond er ruimte voor aanscherping en improvisatie. Mijn terugkerende dromen uit het verleden over het vergeten van teksten op toneel – gek genoeg had ik die het afgelopen jaar niet – werden geen werkelijkheid. Ik was tekstvast, net als mijn medespelers. Ik verbasterde slechts 2 woorden (o.a. iets met cartisone i.p.v. courtisane). Bij één en dezelfde zin ben ik twee keer opnieuw begonnen, omdat ik niet meer zeker wist waar ik gebleven was. Het leuke is dat ik door improvisatietheater heb geleerd om vanaf een afstand te kunnen kijken naar wat er op het podium gebeurt. Dus ook naar mezelf op het podium. In beide gevallen registreerde ik de reacties uit het publiek, vond een oplossing en kon weer door.
Nu we het toch over ‘foutjes’ hebben: op een cruciaal moment in de musical kreeg ik met mijn klamme zweethanden de ketting niet om de nek van Satine, waardoor het sieraad heel dramatisch via een reling meters naar beneden viel – kapot. Op een even cruciaal moment tijdens een andere voorstelling brak het eerdergenoemde 3D-geprinte pistool in twee stukken. Met wat vingervlugheid en geluk heeft bijna niemand er iets van gemerkt. Verder zaten mijn schoenen tweemaal door knopen in de veters niet goed vast, uiteraard tijdens snelle omkleedacties als je het podium op móet. ‘Ach ja’, denk je dan, ‘we improviseren wel wat als het misgaat’. De schoenen bleven netjes zitten terwijl ik gekke bewegingen maakte tijdens Als een waakvlam. Ik vind als kijker en speler ‘fouten’ bij theatersportvoorstellingen altijd erg leuk, zeker als de spelers er de lol van in kunnen zien. Bij een musicalproductie probeer je alles natuurlijk zo perfect mogelijk te doen, maar gelukkig mochten er dingen ‘mis’ gaan. De andere castleden hebben hard moeten lachen om de luide reactie van één van de bezoekers na mijn versprekingen. Ik ook toen ik na afloop hoorde dat ik moeharadja had gemaakt van maharadja. Tja, het zijn nu eenmaal geen woorden die je dagelijks gebruikt.
Schoenmaker & leest
Velen vroegen mij of ik in een zwart gat was gevallen na afloop van het musicalweekend. Nee. Je weet waar je naartoe werkt en dat het daarna afgelopen is. Zou deze instelling misschien komen door mijn impro-achtergrond, waarbij je weet dat je elke scène en iedere voorstelling maar één keer speelt? Het was goed zo. Ik had me geen mooiere eerste musicalproductie en -debuut kunnen wensen. Het smaakt absoluut naar meer. Eind augustus start stichting Stamppij met de audities voor een nieuwe musical, ditmaal Nine. Ik ben zeker nog niet uitgekeken in Musicalland, dus ben ik gewoon weer van de partij. Ook interesse? Meld je dan aan voor de audities. Schoenmaker, blijf vooral niet bij uw leest.