Een paar jaar geleden stond hier mijn blog Verlichting voor Impro’ers. Ik beschreef daarin onder meer de kritische stem van het ego die het je zo lastig kan maken. Dat die stem er is omdat jij als kind ooit (ten onrechte) hebt geconcludeerd dat je niet goed genoeg bent. Inmiddels heb ik al aan vele impro’ers workshops over de innerlijke criticus gegeven en het wordt ook voor mij steeds helderder hoe je nou met die kritische stem om kan gaan terwijl je in een impro-scene staat. Daarover gaat deze blog. Vandaag deel 1.
Mindfulness en improvisatie: observeren en omarmen
Eerst een paar stappen terug. Ik ben de laatste jaren in gaan zien dat de basisprincipes van mindfulness en improviseren hetzelfde zijn: observeren en omarmen. De Engelse impro-denker Robert Poynton schrijft dat je improvisatie kan samenvatten als ‘Let Go. Notice More. Use Everything’ en hee, dat geldt ook voor het beoefenen van mindfulness.
Nou moet ik er bij zeggen dat de term mindfulness lastig is. Iedereen heeft daar een ander beeld bij. Ik zag laatst zelfs een flyer voor een corporate workshop mindfulness die ging over efficiënter met je tijd om gaan. Dat kan natuurlijk een mooi bij-effect zijn, maar voor mij gaat mindfulness (zijnde: de populaire Westerse toepassing van de inzichten uit oude Oosterse wijsheidstradities zoals Advaita) over heel goed waarnemen en vervolgens alles wat je waarneemt er laten zijn. Observeren en omarmen. En hoe ziet dat er nou uit in een impro-scene?
Stap 1: Observeren. Wat is het mechanisme?
Je speelt een scene, je maakt een vergissing, de innerlijke criticus (ook wel ‘superego’ genoemd) berispt je, en dan?
Dan heb je grof gezegd twee opties:
- je blijft hangen in het zelfverwijt, wat zoveel energie kost dat je daarna niet meer lekker in de scene zit, al helemaal geen ruimte in je hoofd meer hebt voor het zoeken van een oplossing voor de vergissing, en grote zwart-wit conclusies trekt over ‘dat je niet kan improviseren’ (dit gebeurt overigens voornamelijk onbewust, maar je ziet het in iemands spel doordat diegene bevriest).
- je lost de vergissing op
Nou klinkt dat heel simpel. Natuurlijk kies je voor optie 2! Maar dit soort ‘keuzes’ zijn vaak geen bewuste keuzes. Het oude script van ‘ik ben niet goed genoeg’ gaat volop draaien en stuurt je gedachten, gevoelens en gedrag. En voor je het weet zit je in optie 1.
Dus het is nodig om je bewust te worden van dit proces. En allereerst dus je bewust te worden van die kritische stem in je hoofd. Met als eerste resultaat dat je nóg meer in je hoofd gaat zitten. Dat moet dan maar even.
Stap 2: Omarmen. De zelfkritiek gebruiken als spelmateriaal.
Waarnemen alleen brengt je nog nergens. Die 2e poot (accepteren, omarmen, laten zijn, hoe je het ook wilt noemen) is essentieel. En dan hebben we het niet over het accepteren van een spelaanbod, maar het accepteren van de zelfkritiek. De grote valkuil is namelijk dat je, als je het mechanisme doorziet, er over gaat oordelen. ‘He shit, ik ben aan het oordelen, sufkut!’ Tja, dat werkt natuurlijk niet. Wat werkt dan wel?
Je maakt een mime-fout.
Gedachte: ‘Oh shit, deze deur zat net ergens anders!’
Dieperliggende (vaak onbewuste) overtuiging: Ik kan niet impro’en, zie-je-wel-ik-ben-niet-goed-genoeg.
Gevolg: lijf bevriest, jij zit in je hoofd, je hebt minder plezier, het is minder leuk om met je samen te spelen, je gaat sneller nog meer vergissingen maken. Kortom: je bent uit de flow.
Actie om ervoor te zorgen dat bovenstaande allemaal niet gebeurt: laat je personage benoemen dat dit huis veel deuren heeft.
En klaar.
Nog een paar voorbeelden:
Je vergeet de naam van een personage.
Gedachte: ‘oh shit, hoe heet ze ook alweer?’
Actie: laat je personage benoemen dat je haar/zijn naam vergeten bent.
Je snapt de plotlijn niet meer.
Gedachte: ‘ik snap dit niet meer’ (‘en alle anderen snappen het vast wel, ik ben gewoon dom, en als ik nu zeg dat ik het niet snap dan weet iedereen dat!’)
Actie: laat je personage zeggen dat hij/zij het niet meer snapt.
Nou ja, zo simpel kan het toch niet zijn?! Jawel dus! Het is übersimpel! Waarom doen we dit dan niet? Zodra de dieperliggende overtuiging van niet goed genoeg zijn wordt aangeraakt, gaat er een oud scriptje draaien waardoor je ineens niet meer helder kan denken. De simpelste oplossing (gewoon benoemen wat er aan de hand is) ligt ineens niet meer voor het grijpen. Maar geloof me, als jij het niet meer snapt, zijn er echt meer mensen in ensemble en publiek die het niet snappen. Een zucht van verlichting (vaak vergezeld van een lach!) zal door de zaal gaan als jij het hardop durft te zeggen, en gekromde tenen ontspannen terstond.
Zelfkritiek? Nee, het ligt aan de ander!
De kritische stem heeft overigens niet alleen commentaar op jou. Je medespelers moeten er ook vaak aan geloven. Uiteindelijk is dit nog steeds een verkapte manier van zelfkritiek. Alleen die projecteert zich even handig op een ander, zodat jij je niet ongemakkelijk hoeft te voelen. De dieperliggende overtuiging is dus gewoon nog steeds ‘Ik kan niet impro’en, zie-je-wel-ik-ben-niet-goed-genoeg’.
Je medespeler staat ontzettend onrustig te wiebelen op toneel en jij ergert je eraan.
Gedachte: ‘jezus man, sta stil’
Actie: laat je personage benoemen dat de ander wiebelt. Of (gevorderden-variant) zeg: ‘Je bent zenuwachtig he?’
Je medespeler blijft afwachtend aan de zijkant staan.
Gedachte: ‘ik moet weer al het werk doen, doe ook eens wat!’
Actie: laat je personage zeggen dat hij/zij zich in de steek gelaten voelt.
Tot slot: constructiever gebruik maken van de kritische stem
Naar aanleiding van bovenstaande voorbeelden vraag je je misschien af:
- Onttrek je op deze manier niet heel veel informatie aan de scene? Door te zeggen dat je iets niet snapt voeg je immers niets toe!
- Komen de scenes hierdoor niet altijd op hetzelfde uit? Door vaak te zeggen dat je iemands naam vergeten bent worden jouw personages verdacht vaak dement. Of je medespelers hebben kennelijk altijd personages die hun naam onlangs hebben veranderd.
- Komt er nu niet heel veel negativiteit in de scenes? En willen mijn medespelers nog wel met mij spelen als ik mijn kritiek op hen hardop zeg?
Goed punt. Hier komen we bij de gevorderden-variant. Als je eenmaal hebt geoefend met de kritische gedachten in je hoofd waarnemen (Robert Poynton: ‘Notice More’), en deze vervolgens kunt accepteren (‘Let Go’) en gebruiken (‘Use Everything’), kun je de vorm waarin je ze gebruikt nog wat gaan tweaken, zodat het constructiever wordt. Daarover binnenkort meer in deel 2.
NB: op zaterdagmiddag 3 maart geef ik in Amsterdam een (Engelstalige) workshop (4 uur voor €30) over de innerlijke criticus bij Tag Out Theatre.
https://www.tagouttheatre.com/learn
https://www.facebook.com/events/579651815703014/