Beste rechters van theatersportend Nederland,
Theatersport is zonder twijfel de meest gespeelde vorm van improvisatietheater in Nederland. Jullie hebben als rechters een belangrijke taak in dat format. Jullie zijn jury, regisseur en sponzenkopper in één. Toch ligt niets zo vaak onder vuur bij theatersport als jullie rol. Veel groepen experimenteren met formats waar jullie niet meer in voorkomen. Te weinig groepen bekijken hoe ze jullie dan wèl een leuke en zinvolle bijdrage aan een voorstelling kunnen laten leveren. In deze brief wil ik jullie een aantal suggesties geven om dat te verbeteren.
Wanneer hebben jullie voor het laatst geoefend met rechteren? Of met je team overlegd over de invulling van je rol? Ik durf te wedden dat het antwoord ‘nog nooit’ of ‘oef, dat is wel heel lang geleden’ is. Ze trekken jullie gewoon een toga uit de feestwinkel aan en sturen jullie het podium op. Zonder voorbereiding of instructie. En na afloop gaan ze zitten mopperen dat jullie het niet goed doen. Hier kunnen jullie zelf iets aan doen: zorg ervoor dat je in lessen of trainingen gericht kunt oefenen met je rol, zodat je weet wat je mogelijkheden en beperkingen zijn. En wat de groep van je verwacht.
Als je met je eigen team op één lijn zit, ben je al halverwege. Maar vergeet ook de spelers die te gast zijn niet. Doe mee aan de warming up en leg even kort uit hoe je van plan bent te rechteren. Als de spelers vooraf weten dat je bijvoorbeeld weinig punten gaat uitdelen, bespaar je hen veel verwarring en irritatie daarover. Ook een mogelijkheid: vraag hoe je hen kunt helpen tijdens de voorstelling. Waar hebben zij behoefte aan? Op die manier laat je merken dat je je in dienst stelt van de voorstelling en er niet zit ter meerdere eer en glorie van jezelf, zoals jullie maar al te vaak verweten wordt.
Tot slot: vergeet niet dat jullie improspelers zijn. Jullie mogen fouten maken, luisteren naar je impulsen en – vooral – plezier hebben. Zo lang de intentie is om de spelers te helpen en de voorstelling beter te maken, mogen jullie doen wat je wilt. Jullie hoeven dus niet met een lang gezicht achterover te leunen. Het is niet verplicht om een lage stem op te zetten en zo langzaam te praten dat je alle dynamiek en vaart uit de show haalt. Als je je niet prettig voelt in een toga, trek dan wat anders aan. Bevrijd jezelf van dat soort onnodige beperkingen en je zult zien dat een hoop theatersportgroepen rechters opnieuw gaan waarderen.
Met vriendelijke groet,
Sytse Wilman
Hulde! Goed verhaal, ben het helemaal eens met je.
Ik mis wel het element van de sponzenkoppers nog in de rest van je brief. Rechters zijn er ook om eventuele negativiteit bij het publiek naar zich toe te trekken, om zo de spelers in bescherming te nemen. Het is daarom vaak niet zo erg dat je als rechter ‘unlikeable’ bent. We hebben zelf tijdens een voorstelling geëxperimenteerd met de wat lievere, coachende toernooirechter en merkten dat ons publiek (deels bestaande uit leken) daar vooral van in de war raakte. Voor verschillende vormen (bijvoorbeeld toernooi of losse wedstrijd) lijken dus verschillende rechters ideaal.
Rechters zijn verantwoordelijk voor de spelers’ welzijn én de kwaliteit van de voorstelling, niets minder. Da’s heel wat, maar gelukkig mogen rechters daarbij ook fouten maken.
Zie ook:
http://improspelvormen.qqleq.nl/rechteren.html
Wat Roemer zegt: Rechters zijn verantwoordelijk voor de spelers’ welzijn én de kwaliteit van de voorstelling, niets minder.
Daar sta ik achter, maar wie kunnen dit?
Zeer ervaren spelers met goede side-coach kwaliteiten.
Is het verstandig om een beginner te laten rechteren? Nee.
Gebeurt dit vaak? Ja.
Hoe kun je er goed in worden? Door het inderdaad te trainen in de les.
En dan nog: sommigen leren het nooit. En dat hoeft ook niet. Ga je toch lekker spelen! (veel leuker)
Maar iets wat wel hoeft, dat is dat de persoon in de toga (of geen toga) wel capabel is.
Daarom ben ik er helemaal mee eens dat de rechter meer aandacht verdient.
Laatste gezeur wat ik ook in je brief voor de rechters zou willen stoppen:
Hou alsjeblieft op om een blokkade uit te leggen voor de wedstrijd. Dat is zoals het uitleggen van de buitenspelval voor een voetbalwedstrijd. Niemand zit erop te wachten.
Bovendien is het nooit de bedoeling geweest om via een gele kaart deze blokkade achteraf te benoemen. Het is de bedoeling om een blokkade METEEN op te lossen door een ingreep, en daar achteraf niet meer over te reppen.
Je rept maar over iets leukers dan “je zei daar en daar ‘nee’ ”
(dat is zoals het achteraf zeggen tegen een elftal dat als ze over de flanken hadden gespeeld, ze ongetwijfeld hadden gewonnen. ‘Had dat meteen gezegd, want dan hadden we nu de beker gewonnen’)
(zijn die voetbalanalogieën echt nodig?)
(ja)
van Bart van Heel heb ik ooit geleerd. Dat de rechte de normatieve ouders zijn en de spelers. de kinderen die pret komen maken en onder de stoelpoten zagen van het gezag(de rechters) Dat het een spel is binnen het spel. Ik heb het opgegeven om dit duidelijk te maken bij theatersporters.