De afgelopen jaren ben ik niet meer echt actief geweest in het improvisatie-wereldje. Het kriebelde wel, maar als ik weer het toneel op zou gaan, dan zou ik het iets moeten zijn waarmee ik aan het begin zou staan van iets totaal nieuws in Nederland. Met de totale vrijheid en het anarchistische gevoel uit mijn begintijd. Dat heb ik gevonden in Bata Clowning!
Ergens rond 1991 zag ik bij de KRO het programma ‘Glad IJs!’ Het eerste tv-programma in Nederland waarin geïmproviseerd werd. Berend Boudewijn gaf de spelopdrachten aan wat jonge honden zoals André Besseling. Ik werd door een bliksemschicht getroffen. Een week later zag ik dat er theatersportles werd gegeven door Bart van Heel, die net les had gekregen van Keith Johnstone. We begonnen met 12 man. We voelden ons pioniers . Alsof wij als Moeder Mooiste goud in handen hadden. We waren een van de eerste verenigingen in Nederland en speelden zoveel mogelijk. We moesten alles zelf uitvinden en hadden geen voorbeelden. Dus het ging nog wel eens fout, maar dat mocht de pret niet drukken. We hadden zelfs de grootste lol op het podium en deden geen concessies om het publiek te behagen. Wat dat betreft waren we punkers: een totaal gebrek aan theatrale vaardigheden en dat compenseren met een tomeloze speldrift. Roemruchtige avonden beleefden we in voormalig seksbioscoop de Rex. Die was gekraakt door wat anarchisten, die er een vrijplaats van maakten. Soms maakten we wel eens mee dat de toeschouwers in een trip zaten terwijl we daar optraden. Dat maakte de suggesties die uit het publiek werden geroepen net even anders…
Stop met impro!
Alleen hoe langer we aan improvisatietheater deden, hoe meer we onszelf inkapselden met regeltjes en afspraken(afspraken zijn een onderdeel van impro maar hoe ver ga je daarin?). We wilden succes hebben en we zochten de status quo om het behaalde succes in stand te houden. Elkaar oprecht verrassen – wat we in onze beginperiode deden – kwam steeds minder voor. We wilden de lach van het publiek behouden. We werden pleasers. Uiteindelijk was ik klaar met improvisatie. Wil ik een Autonome scheppende theatermaker zijn die dingen maakt die hij zelf leuk vindt om te zien? Zichzelf steeds opnieuw uitvindt? Die met verwondering op toneel staat? Zo ja: stop met impro!
Dus de afgelopen jaren heb ik me niet meer echt begeven binnen improland, op wat theatersportwedstrijden na met een clownsgroep waar ik bij zat. Uiteindelijk ben ik daarmee gestopt omdat ik ook een clowns slapstick voorstelling had. Een gescripte voorstelling, waar ik twee jaar mee bezig ben geweest. Toen dat stopte, zat ik zonder creatieve uitlaatklep.
Iets nieuws
Het spelen op toneel begon toch de laatste tijd weer te kriebelen. Maar als ik weer op toneel zou gaan, dan zou ik het iets moeten zijn waarmee ik weer aan het begin zou staan van iets nieuws in Nederland. Waarmee ik de totale vrijheid ervaar in mijn doen en laten op toneel, zoals in mijn begin tijd. Met het anarchistische gevoel van weleer, vrij om te kunnen spelen met alles wat zich aandient. Totaal leeg op het podium met een minimum aan afspraken en structuren. De mislukkingen ook als spel zien en dit kunnen omarmen. Spelen met het publiek in plaats voor het publiek. Weg met het krampachtig je best doen!
Toen kwam ik Thomas Scheuerman tegen. Hij vertelde me dat hij in Frankrijk improvisatie-training had gevolgd bij Bata Clowning. Blijkbaar waren ze daar al 33 jaar mee bezig. Dus al langer dan theatersport in Nederland bestaat. De methodiek heeft ook voet aan de grond gekregen in Groot Brittannië en nu zijn we in hier in Nederland een groep gestart. De pioniersgeest is terug. Ik oefen dingen waar ik moeite mee heb. Een solo spelen met voorwerpen en zelf die voorwerpen spelen en dit delen met het publiek? Ok, speel maar een drilboor en kijk naar de reactie van het publiek. Vinden ze het leuk of niet? Ik faal en vind het soms ook eng. Maar het plezier is weer terug. Bij de Bata Clowning methodiek vind ik dingen waar ik als speler meer behoefte aan heb.
Wat kenmerkt Bata Clowning?
- Veel meer vanuit het fysieke werken en daar het verhaal uit laten ontstaan in plaats van iets bedenken uit mijn hoofd. Spelen vanuit lichaamsbewustzijn en het lijf het werk laten doen. Steeds minder praten en meer voelen waar de impulsen naartoe gaan. Twee spelers die heel aandachtig een Chinees serviesgoed inpakken zijn het waard om gezien te worden. We werken onder ander met de techniek de Siamese Tweeling. Dat is een hele sterke tool om elkaar blindelings aan te voelen.
- Je fantasie gebruiken. Leren om de beelden die in mijn bewustzijn komen meteen in concrete acties om te zetten. Mijn eigen innerlijke gekte te onderzoeken en daar theatrale vorm aan te geven. Van binnen naar buiten werken dus. Als clown sta ik met het ene been in de werkelijkheid en met het andere been in het absurde. Waardoor ik meer onbegrensde spelmogelijkheden heb en minder vast zit in het logisch denken. ik kan verschillende rollen tegelijk spelen, het wordt meer driedimensionaal.
- Bij clowning ben ik in contact met het publiek. Ik speel zonder vierde wand en de toeschouwers worden daardoor een actieve deelnemer aan de avond. Het is niet alleen maar suggesties roepen. Het publiek is een veelkoppig, vraatzuchtig monster dat mij de ene keer toejuicht en de andere keer uitspuugt. Hoe ga ik daar mee om? Hoe kan ik dat als spel gebruiken? Het is als de nar in de middeleeuwen: als hij te ver ging, werd zijn hoofd op het schavot gelegd. Dus het is spelen met ware doodsverachting 😉
- Authentiek en kwetsbaar zijn over mijn beleving van de scène. Mijn innerlijke criticus/regisseur leer ik als spelinput te gebruiken Als mijn medespeler iets doet wat me niet zint, geef ik het aan de clown. ‘Dat was niks man. Zo loop je niet door een deur! Ik doe het wel effe voor…’ En daarna ga ik weer verder met de scène. Dus het spel binnen het spel vinden. Waardoor een lichtheid ontstaat in een scène en de verkramping van mijn best te willen doen verdwijnt. Alle fouten worden dankbaar mee genomen in het spel.
Kortom ik zit weer in de beginfase en heb het gevoel dat ik weer met mijn tweede jeugd ben begonnen. In maart hebben we onze eerste wereldpremière gehad in Amsterdam en nu gaan we onze neus laten zien bij het theatersportweekend. We willen iets nieuws introduceren in Nederland. Ik weet totaal niet of het gaat lukken, maar het avontuur is al de beloning.