Iedere improvisatie-speler heeft het wel eens meegemaakt: een scene die niet loopt. Die kabbelt of ronduit saai is. Iedereen ziet het, iedereen voelt het, maar niemand weet wat hij er aan moet doen. Daarom in deze blog: Eerste Hulp Bij Kabbelende Scenes (met vijf tips die ik niet per se zelf heb verzonnen of altijd toepas).
1. Ga na wat de scene mist om het leuk of interessant te maken (en voeg dat toe).
In kabbelende scenes weten de spelers zelf vaak niet zo goed weten in wat voor situatie ze zitten en daarom durven ze geen keuzes te maken. Ik heb al ontelbaar veel scenes gezien waarin twee spelers iets zwaars aan het verhuizen zijn zonder dat het voor iemand duidelijk is wat precies. En ja, dat gaat het kabbelen. ‘Iets naar links!’ ‘Als jij hem nou daar vastpakt en ik hier…’ Vind je jezelf terug in zo’n situatie, check wat je mist uit het rijtje wie wat waar wanneer en – vaak vergeten – waarom. Meer hierover in deze blog van Richard Roling en dit artikel Ad-Just Bouwman.
2. Wissel van emotie.
Met een beetje geluk merk je al hoe je personage zich in de scene voelt (zo niet: ga ernaar op zoek!). Maar als het uitspelen van deze emotie saai begint te worden of verzandt in een herhaling van zetten, wissel dan van emotie. Liefst een radicale omslag, hoewel een geleidelijke verandering ook kan werken. Het ene moment ben je woedend, het andere moment barst je in tranen uit. Het ene moment ben je dolblij, het andere moment doodsbang. Het geeft je personage diepgang en – daarom werkt het als anti-kabbel-middel – brengt je scene verder.
3. Luister naar je lijf.
Of je nou aan de kant staat of op het speelvlak: je voelt meestal zelf wel aan wanneer het saai begint te worden en er iets moet gebeuren. De oplossing is dan ook: laat iets gebeuren. Je lichaam heeft dat vaak als eerste door, je hoofd kan je tegenhouden omdat het nog probeert uit te zoeken wat je precies moet doen. En hoe. En waarom. En… Maar voor je dat weet, is het moment vaak al voorbij. Beter is het om meteen in te grijpen en erop te vertrouwen dat wat je ook doet, het wel goed komt. Sowieso zal iedereen je dankbaar zijn dat je het gekabbel doorbreekt.
4. Doe een bold move.
Oftewel: iets groots en onverwachts dat je scene een verrassende wending geeft. En het mooie is dat je zelf niet hoeft te weten waarom je dat doet. Dat kun je later – in samenspel met je medespelers – uitzoeken. Het gaat er in eerste instantie om dat je de (kabbelende) routine doorbreekt. Een rijtje kant-en-klare moves lees je in deze blog van Laura Doorneweerd.
5. Speel met tijd en ruimte.
Eigenlijk ook een bold move, maar dan eentje die je meer als regisseur dan als speler uitvoert. Verplaats de kabbelende scene naar tien jaar eerder, zodat we meer over de voorgeschiedenis te weten komen. Of laat zien wat er ondertussen in het buurthuis (of op Mars of bij de FBI) gebeurt. Ook hier geldt: je hoeft nog niet precies te weten wat dit met de kabbelende scene te maken heeft, het belangrijkste is dat je iets doet.
NB Deze blog is het vervolg op Eerste Hulp Bij Er Niet Lekker Inzitten.