Laatst stond ik in de kroeg een beetje te kletsen na afloop van een auditie-les die ik had gegeven. Eén van de auditanten verbaasde zich erover dat de groep geen voorselectie had gemaakt. Terwijl ze toch op verzoek vooraf wat informatie over zichzelf had aangeleverd. Nu waren er erg veel spelers die auditie deden en sommigen van hen hadden nauwelijks ervaring met improvisatietheater. Zij vond dat toch een beetje raar. Ik niet. De reden: ik hecht niet zoveel waarde aan ervaring. Het wordt naar mijn idee nogal overschat.
Ander voorbeeld: ik zag online een oproep voor een project voor komend seizoen voorbijkomen, dat als doel heeft kwaliteitsimpro op de planken te brengen. Alleen toegankelijk voor ‘zeer ervaren spelers’ stond erbij. Ik begrijp het wel, maar ergens is het raar. Waarom ervaren? Je wilt toch gewoon goede spelers? Ik ken mensen die tien jaar spelen en er naar mijn bescheiden mening niet extreem veel van bakken en ik ken mensen die net beginnen en de sterren van de hemel spelen. Waarom is ervaring dan een doorslaggevende factor? Misschien is het omdat het zo arrogant klinkt als je zegt dat je op zoek bent naar spelers met kwaliteit.
Kwaliteiten
Ook bij groepen intern zie ik vaak dat ervaring zwaar weegt. Als een speler al jaren bij de groep zit, zal hij het wel weten en goed kunnen (het argument van senioriteit, dat Fulco de Deken ook aanhaalt in zijn blog over effectief feedback geven). En natuurlijk: iemand die veel heeft gespeeld en getraind heeft vast inzichten en vaardigheden die beginnende spelers niet hebben. Maar het omgekeerde is net zo goed waar: een speler met minder ervaring kan ook wat inbrengen die de ervaren rotten niet (meer) hebben. Vaak dingen als enthousiasme, onbevangenheid en een frisse blik. Ook belangrijke kwaliteiten bij impro.
Persoonlijke ervaring
Toen ik vorig jaar na tien jaar stopte bij Placebo (over senioriteit gesproken) en een kwart van De Vereeniging naar Duitsland emigreerde (groetjes daar, Anneke!) zat ik zonder vaste club. Toen ik samen met Sanne (ervaren speelster maar vooral steengoed) besloot een nieuwe groep op te richten, bespraken we natuurlijk wie we erbij wilden vragen. Al kletsend kwamen we erachter dat we het leuk zouden vinden ook jonge, talentvolle spelers erbij te hebben. Die hebben we gevonden (een paar van de grootste talenten uit het wereldje, wederom naar mijn bescheiden mening) en ik heb geen moment spijt van gehad van deze bezetting van Het Gevolg.
Afgelopen weekend speelden we met Het Gevolg een gezamenlijke voorstelling met het Haagse Kabam!. De opzet: ’s Middags twee longforms leren en die ’s avonds meteen spelen. Kort daarvoor vroeg één van onze spelers nog wat dat eigenlijk is, een longform. Die avond stond hij er middenin en speelde moeiteloos mee met de meer ervaren spelers.
Mijn stelling is dan ook dat ervaring en kwaliteit twee verschillende dingen zijn, die binnen de improvisatie vaak onterecht door elkaar worden gebruikt. Ik denk het verstandig is dat te doorbreken en je af te vragen of jouw groep beginnende spelers wel genoeg ruimte en vertrouwen geeft. Maar he, deze stelling is ook maar gebaseerd op mijn persoonlijke ervaring.