Toen ik in 2006 van aan een filosofiedocent aan de UT voorlegde dat ik wilde afstuderen op filosofie en improvisatietheater heeft hij me recht in mijn gezicht uitgelachen. Ik had al jarenlang in alle colleges overeenkomsten zitten noteren tussen filosofie en improvisatietheater en was ervan overtuigd dat er nodig meer over uitgezocht moest worden. Hij was zelf jarenlang impro-pianist geweest en zei schamper: “Theatersport is een leuke hobby van je, maar we doen hier aan filosofie!”
Iets extra’s
Laatst kreeg ik de opdracht om in het kader van de maand van de filosofie iets filosofisch met iets extra’s te organiseren. Het landelijke thema van de maand was ‘rust’. Ik besloot om vier spelers van FIKS impro en een pianist uit te nodigen, de piano te laten stemmen in de expositieruimte waar ik maandelijks een filosofeerclub leid en een sprong in het diepe te wagen met een filosofisch improcafé.
Twee vormen van rust
Voor de pauze vertelden de vijfentwintig mensen in het publiek elkaar over situaties die zij rustig of juist onrustig vonden. De flip-over vulde zich met zaken zoals strand, bos, stille zee en meditatie, waar ik ‘rustige omgeving’ bij moest schrijven. En met werken zonder stress, leuke dingen doen, tevreden zijn en niks moeten, wat we ‘rustig zijn’ noemden. Over hoe je rust kon creëren zei een jongeman nog dat je alle spanning moet elimineren. En over wat rust opleverde, zei een kunstenares dat rust bij haar een voorwaarde was voor creativiteit.
Eliminatie
Na de pauze kwamen de spelers erbij die geen weet hadden van wat we allemaal hadden besproken. Met een parelsnoer tussen “Het was een hectische dag” en “Ze leefden nog lang en rustig” werd een vrolijk begin neergezet, waarmee de aanwezige spanningen gelijk werden geëlimineerd.
Ik gaf de spelers de opdracht om ‘Halverwege Rust’ te spelen, een game die ik met hulp van het publiek bedacht had. Er werd een beroep gevraagd en op de helft van de scène riep ik “Rust!” en dan werd de beroepsomgeving opeens rustig. Het publiek onderzocht met mij of je de twee vormen van rust goed kon onderscheiden en of rust creativiteit zou opleveren.
Alliteratie
Het publiek was allerminst uit op serieus spel. Ze benoemden hoofdpersonen als Danny de DJ, Patricia de politieagent en Leonie de lerares (lichamelijke opvoeding en Latijn, jaja). Danny had als enige van de drie hoofdrollen de hele tijd een tevreden gemoed en leek de enige die ruimte had om creatief te zijn na de “Rust!” Patricia had na een vervelende drukke dag vooral behoefte aan medemenselijkheid, zong ze. En Leonie werd na een fijne drukke dag als donderslag bij heldere hemel ontslagen. Een mooie theatrale omslag naar rust in de omgeving en onrust in het hoofd met een fijn gefrustreerd lied. Pas toen zij na een maand strijdbaar werd kon ze uit de rustige thuisomgeving ontsnappen en haar innerlijke rust en creativiteit al doende weer opzoeken.
Filosofische impro
Is dit nu filosofie? Ja, dit is nu filosofie. De eerste helft hebben we een standaard filosofisch gesprekscafé gehouden. ‘Wat verstaan we onder rust?’ en ‘wat zou met rust samen kunnen hangen?’ zijn typisch filosofische vragen. In een kunstmatige omgeving pasten we de ideeën toe en bekeken we wat het opleverde. Gebruik maken van de twee vormen van rust werkte verhelderend. En het spel leverde nieuwe ideeën op over rust en medemenselijkheid, strijdbaarheid en creativiteit.
Moet je impro en filosofie willen combineren?
Het publiek ,dat vooral bestond uit filosofeerclubleden en theatersporters, had nog nooit zoiets gezien. Het was een gok om ze hieraan bloot te stellen. Maar ze waren meer dan tevreden: ‘dit mag vaker!’, ‘nieuwe inzichten gekregen’, ‘heel interessant’, ‘leuk om theorieën uitgespeeld te zien’ en ‘het heeft mijn verwachting overtroffen’. Waar aan de ene kant van het spectrum de Alpaca’s hun bestaansrecht hebben kun je aan de andere kant filosofische impro als waardevol uiterste benoemen.
Hangende pootjes
Daarbij is al eens schoorvoetend toegegeven dat het een waardevolle aanvulling kan zijn voor de filosofie. Ik had in 2006 al snel de link gelegd met computersimulatie voor de natuurwetenschappen en dat gaf een mooie ingang voor een andere filosofiedocent om mij te willen begeleiden. De docent die mij eerst had afgeserveerd heeft een paar weken later met hangende pootjes gevraagd of hij alsnog in mijn commissie mocht aanschuiven.
In 2008 schreef ik de afstudeerscriptie Simulatie in de Filosofie (pdf), een geïllustreerde presentatie daarvan is hier te bekijken. Ook kun je het artikel Filosofisch Laboratorium (ook pdf) uit Kunst en Wetenschap lezen als je wat achtergrondinformatie wilt over de combinatie improtheater en filosofie.