Toen ik onlangs jureerde op het Nederlands Studenten Kampioenschap Theatersport zag ik heel veel nieuwe games en varianten voorbij komen (met wisselend succes overigens). Mooi om te zien dat het genre zich op dat vlak blijft vernieuwen. In de wandelgangen kwam een collega-jurylid met een idee voor een blog: onterecht vergeten games. Daarom vroegen we een aantal improbloggers: wat is volgens jou de pastinaak onder de games? Lees hier het resultaat.
Thomas Hoogendoorn: Cranberrie Plus
Is er één speler op het podium, dan <opdracht x> Bij twee spelers op het podium, dan <opdracht Y> etc. Waarschijnlijk sneuvelt deze omdat de input van het publiek dikwijls de scene om zeep helpt (‘iedereen met een vinger in elkaars neus!’) maar met een goede uitvraag een prima verhalende vorm met een extra uitdaging voor de spelers.
Laura Doorneweerd: Het één woord per keer avontuur
Het is de ultieme game waar alle impro-vaardigheden samenkomen. Het publiek ziet het onder hun neus ontstaan. En het is actief, en met beweging, wat ik fantastisch vind. Ooit deden Jim Libby en Jacob Banigan deze game op IMPRO Amsterdam en sindsdien vind ik het nooit meer (alleen) een beginnersoefening. Die scene weet ik nog steeds!
Richard Roling: De Doventolk
Deze game combineert een fantasievol interview met een doventolk die de tekst omzet in pantomime. Liefst letterlijk en uit het verband gerukt. Als alle spelers hun rol goed begrijpen stuwen ze elkaar op tot grote hoogten. Deze game is indertijd zó subliem vertolkt door Roel Pot dat eigenlijk niemand anders zich meer aan de game waagde. Maar die gozer is inmiddels zo oud dat er vast energieke jonge honden zijn die de doventolk weer nieuw leven in willen blazen.
Sytse Wilman: De Spacejump
Misschien komt het omdat het één van de eerste theatersportgames is die ik ooit live zag (en ik dat nu, duizend jaar later, nog steeds weet) maar de Spacejump is een game waar ik een zwak voor heb. Verschillende verhalen maken, je laten verrassen, beweging en houding gebruiken, het zit er allemaal in. Maar je ziet hem bijna nooit meer. Tenminste, ik niet. Wie neemt de handschoen op en jumpt weer eens een keertje space?
Victor Romijn: De Draaideur
Op het oog lijken het vier verschillende verhalen, maar een goede draaideur geeft verbinding tussen de verschillende scenes. Ook is het een prachtige manier om heel duidelijk een begin-midden-eind te hebben in je scenes, kan je goed tijds- en lokatiesprongen laten plaatsvinden, en kan je als derde en vierde speler op bezoek in de scene van anderen. Ook is hij met een paar toevoegingen (de gedubte draaideur, de soap-draaideur) uit te breiden voor meer gevorderde spelers.