Iedereen kent het: Je bent samen met een medespeler aan het improviseren. Je onderzoekt samen wie je bent en wat je aan het doen bent. Als het meezit doe je ook een handeling of gebruik je zelfs een emotie in je spel. Wat zijn we lekker aan het spelen!
Maar het stemmetje in je hoofd is hard aan het werk: Welke kant gaat de scene op? Wat zal ik nu eens doen?.. Help!
Dit harde werken is een goede eigenschap, maar gaat soms ten koste van echt lekker acteren. Om je hoofd meer rust te geven heb ik een handig lijstje. Als je dit tijdens het spelen naloopt heb je meer grip op de scene.
Het lijstje:
- Wie ben ik?
- Wie ben jij?
- Wat is onze onderlinge relatie?
- Waar zijn we?
- Waar zijn we eigenlijk mee bezig?
Ik licht het toe. Loop je even met me mee?
- Wie ben ik? Jij: “Simpel! Ik ben een bakker…”
Mooi, maar dat kan beter: Je bent wellicht een grote bakker met een witte muts op.
Vraag je ook af ‘Hoe ben ik?’: Bijv. ‘een stoere bakker met doortastend karakter.’ Een breed opgezet ‘wie ben ik’ is een cadeautje voor je medespeler. Doe dus beter je best dan alleen een brood kneden. - Wie ben jij? Goed, jij hebt jezelf mooi neergezet. Maar hoeveel informatie heb jij eigenlijk van de andere speler gekregen? Is het alleen je klant, of weet je al veel meer over haar? Het helpt jou als je weet dat het een oud omaatje is dat krom loopt onzeker is. Hoe meer de ander jou geeft, hoe meer jij er iets mee kan: Zorg dus dat je allebei duidelijk en specifiek bent. De andere speler kan pas stralen als jij dat eerst hebt gedaan.
- Wat is onze onderlinge relatie? ‘Bakker en klant’ is pas het begin. Echt interessant wordt het als je weet hoe jullie je tot elkaar verhouden: Het omaatje is wellicht een vaste klant, de bakker heeft een hekel aan haar omdat ze weinig geld uitgeeft. De bakker is kortaf, de klant wordt daar zenuwachtig van. Je kunt heel veel informatie halen uit wat je speelt als je er bewust van bent. In ons voorbeeld zou je kunnen concluderen: de onderlinge relatie is onevenwichtig en stroef. Aha! Herken het en gebruik het!
- Waar zijn we? “Makkie, in de bakkerij!” Ja duh! En op welke plek in de bakkerij, wat voor soort bakkerij, waar bevindt de bakkerij zich, in welk tijdperk? Dit kan allemaal invloed hebben op de scene. En je mag het allemaal zelf bedenken.
- Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Aan de oppervlakte kun je zeggen: “Het oude omaatje wil een zoals altijd hetzelfde brood kopen. De bakker probeert haar een ander, duurder, brood aan te smeren.” Prima, dit is inderdaad wat er nu gebeurt.
Echter: Hier zit het geheim van een goede scene. Vraag je eens af: “Waar zijn we éigenlijk mee bezig?” Wat gebeurt er tussen de regels door?
Naast het verkoopproject van de bakker, spelen er heel veel emoties en irritaties. Het gaat hier niet om het brood zelf, maar om de relatie tussen de bakker en de klant. De bakker stoort zich mateloos aan de besluiteloosheid van de klant. Maar die klant is juist besluiteloos doordat de bakker veel te dominant is voor haar! Hun karakters botsen enorm. Als je dit herkent, kun je ermee gaan spelen. Erger maken, oorzaken zoeken of het misschien gewoon benoemen! Je scene komt dan in open water terecht en kan stromen.“Maar Richard, hoe pas ik dit nou toe?”
Nou, als je een scene speelt, loop dan in je hoofd het lijstje af. Als je iets mist voeg dat dan toe, en als iets heel duidelijk is, gebruik het dan. In het begin ga je hierdoor misschien nog meer in je hoofd komen. Maar op een gegeven moment wordt het een tweede natuur en gaat het je enorm helpen! Je krijgt meer grip op wat je doet en je hoeft minder hard te werken.
Huiswerkopdracht: Kijk eens naar De Vloer Op, in de opdrachten zitten deze elementen al ingebakken. Logisch dat die acteurs zo lekker spelen. Die hoeven niet meer te werken aan de grondverf, maar kunnen meteen inkleuren!
(Bronvermelding: dit rijtje heb ik van Ingrid Kluft die hem weer heeft van Jim Libby.)
Dit rijtje is makkelijk te onthouden als je er ook de bewegingen bij maakt. Tijdens een training zat het er binnen no time ingebakken.
https://www.youtube.com/watch?v=4XoiLYUW0Ak
Als een scene niet lekker loopt is heel vaak een (of meerdere) van deze vragen niet beantwoord. Het helpt je ook om deze vragen te gebruiken als je wilt side coachen.
Dank Richard en ook nog eens gefeliciteerd.
“Om je hoofd meer rust te geven heb ik een handig lijstje”
Ok, dus nu moet ik de hele tijd aan dit lijstje denken, ipv wat ik aan het doen ben ;-).
Zoals Jules dit zegt: gebruik dit ook als input voor sidecoaching van andere spelers en rechters. Erg belangrijk is het oefenen zodat dit lijstje als reflex gebruikt kan gaan worden. Dan zit je ineens in een scene waar je denkt: Waar moet dit heen? Maar we hebben een status verschil, dus misschien valt er iets te flippen.