Solo improvisatie: in je eentje een voorstelling spelen, zonder hulp van andere spelers. Dat leek me toch wel de grootste uitdaging. Ik heb het met vallen en opstaan geleerd. En mijn eigen stijl en vorm erin ontdekt. Een erg leuke en leerzame zoektocht, die ik iedereen kan aanraden! Omdat je alleen speelt, kom je jezelf tegen: alles wat je ooit met impro hebt geleerd komt onder een vergrootglas te liggen. Dat je na zoveel jaar spelen nog steeds iets nieuws leert, dat is de kracht van impro, en nog eens extra bij solo. In deze blog: 5 dingen die ik heb ontdekt door solo te spelen.
- Waar ik goed in ben
Door solo te improviseren ontdekte ik een nieuwe kracht: fysiek spel. Je staat alleen op dat podium, dus ging ik de leegte zelf letterlijk vullen. Solo speelde ik veel meer met mijn lichaam dan anders. Ik maakte meer gebruik van lichaamstaal, dans en actie. Ik bleek met mijn handen ook veel duidelijk te maken: een auto die in een ravijn stort, een school vissen onder zee met mijn handen uitbeeldend en zelfs een goochelverdwijntruc kon ik laten zien puur door het uit te beelden. Een talent dat ik sindsdien meer bewust inzet.
2. Waar ik niet goed in ben
Uiteraard loop je ook tegen je beperkingen aan. Dan kun je twee dingen doen: keihard werken aan deze leerdoelen en ze verbeteren of ze erkennen en compenseren met ander gedrag. Het laatste deed ik met geloofwaardig spelen: ik heb gemerkt dat als het echt serieus wordt, ik toch grappig blijf. Dat is natuurlijk een kracht, maar ook wel confronterend om te merken. Het is iets wat ik in mijn werk als trainingsacteur weliswaar extra beoefen. Maar in mijn solo improvisatie omarm ik juist de luchtigheid. En maak bewust een absurdistische omgeving met gekke karakters en veel actie.
3. Accepteren van jezelf
Iedere improspeler weet dat accepteren een basisbeginsel is van improvisatie. Accepteren van een ander idee. ‘Ja, én’ zeggen in de scene. Maar ‘ja’ zeggen tegen een stom idee van een ander is tot daarentoe: ‘ja’ zeggen tegen een stom idee van jezelf, daar moet je wel even aan wennen. Bij elk spelaanbod dat je doet, elke zin, elke beweging moet je zelf door. En nu word ik zweverig: niets is meer helend dan je zelf accepteren, in al je onvermogendheden.
4. Je eigen stijl
Bij ‘gewone’ improvisatie is het de kunst om samen te creëren. Dit maakt het een mooie community art waarin je elkaar voelt en deelt. Solo impro is juist de kunst van het individu. Alles wat je ooit geleerd hebt borrelt op: jouw opvattingen, jouw levenservaring, jouw omgeving, jouw inspiraties op gebied van kunst, film of literatuur. Solo laat zien hoe jouw hoofd werkt. En dat recept maakt jouw voorstelling. Dat verzin je zelf niet, de voorstelling vindt jou.
5. De kracht van fantasie
Ik ben tijdens solo spelen echt verbaasd over wat ik allemaal in mijn eentje kan verzinnen. Bij solo spelen kun je niet nadenken of jezelf afremmen. Je kan alleen maar vooruit! En als je ongecensureerd speelt, komen je ware gedachtekronkels naar boven. En die hebben mij verrast. Mijn fantasie is veel groter, grappiger en mooier dan ik dacht. Tuurlijk, al die onzin die eruit borrelt moet je wel aan elkaar verbinden. En gelukkig is dat dan weer een enorm talent dat ik ook heb ontdekt van mijzelf. Het vermogen om altijd structuur aan te brengen in de grootste chaos. En daarmee is de cirkel rond.
Wil jij ook de enorme vrijheid ervaren van solo spelen? Ontdekken wat jouw verborgen pareltjes zijn? Kom dan workshoppen bij de supersterren van de solo: Andy Eninger en Dave Morris.
Je kan je ook komen vergapen bij de optredens van sterren uit binnen- en buitenland. Www.remifestival.nl en www.facebook.com/remifestival
Een ontdekkingstocht in het spelende leven van Richard als soloimprovisator. Heel herkenbaar en soms confronterend. Solo-spelen voelt toch een beetje als de next-step in Impro. En dat je dat kunt en je een slag in de rondte speelt, is tof om te zien. Ik heb ook veel zin in het REMI-festival met de workshops en die waanzinnig goeie spelers. Waaronder wij 😉