Wanneer ik workshops geef aan groepen die al ietwat ervaring hebben, vraag ik de deelnemers vaak bij aanvang naar hun favoriete verhalen; dat kunnen boeken zijn, toneelstukken, films of televisieseries. Typische antwoorden die je dan krijgt zijn bijvoorbeeld Star Wars, Star Trek films, Lord of the Rings, Game of Thrones of series zoals Orange is the New Black, Californication, Bruce Willis-style actiefilms zoals de Die Hard reeks of rampenfilms zoals Titanic. Of boeken zoals Honderd Jaar Eenzaamheid en het oeuvre van Shakespeare. En dan vraag ik meestal een uurtje na aanvang van de workshop waarom de deelnemers niet spelen wat ze zelf goed vinden. Bijna altijd (afhangend van de workshop – ik kom hierop in de vervolg-post nog terug) zijn de scènes die ze opzetten “gewone” 21ste eeuwse situaties, met “gewone” 21ste eeuwse personages. Ik noem dat “huis-tuin-en-keukenimpro” (in het Engels “Martha Stewart Improv”) en het ergert me mateloos dat ik dat veel te vaak zie op scène. Dus ik ben gaan nadenken over hoe en waarom dat gebeurt.
Definitie
Huis-tuin-en-keuken impro is geïmproviseerde scènes over perfect normale personages, in perfect normale hier-en-nu situaties. Met “perfect normaal” bedoel ik “vaak voorkomend, begin 21-ste eeuws, in een westerse culturele setting” en met “westerse setting” bedoel ik het dagdagelijkse in Europa, VSA, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Voor het publiek van improblog.nl is dat dus “de lage landen”.
Populaire verhalen zijn niet huis-tuin-en-keuken
Als je de favoriete verhalen van mijn studenten bekijkt dan hebben die allen iets gemeenschappelijk: ze gaan niet over gewone, westerse 21ste eeuws personages in gewone 21ste eeuwse contexten. Ga maar even na:
- De grootste televisie hit van het moment (en van de laatste 5 jaar) speelt in een middeleeuwse fantasiewereld met draken en andere creaturen zoals White Walkers.
- In Orange is the New Black moet een vrij “gewone” westerse jonge vrouw naar de gevangenis. Dat is op zich al niet doorsnee. Maar later blijkt dat ze een allesbehalve “gewoon” leventje heeft geleid: ze was betrokken bij drugshandel.
- Californication gaat over een ooit-succesvolle schrijver die alcohol, drugs en minderjarigen gebruikt en met een writers block en sexverslaving worstelt.
- Titanic gaat over 2 min of meer gewone personages die betrokken raken in de grootste maritieme ramp ooit – per definitie een niet-alledaagse gebeurtenis. En het verhaal vindt evenmin plaats in de vroege 21ste eeuw.
- Heel wat hit films en tv series vinden plaats in een high-tech verre toekomst of ander sterrenstelsel (Star Trek, Star Wars etc).
- Films van cult regisseurs zoals Tarrantino serveren personages die moorden, drugs dealen en gebruiken of op andere manieren in de misdaad zitten. Dito voor heel wat actiefilms zoals de Die Hard franchise.
Vergeet even de achtergronden van Game of Thrones, Star Trek, Lord of the Rings enzomeer. De verhalen zelf gaan vaak over belangrijke of machtige personages die betrokken zijn in machtspelletjes, of de strijd tussen Goed en Kwaad, en er staat altijd veel op het spel: de toekomst van dynastiën tot melkwegstelsels en hele beschavingen. Het komt al eens voor dat een jan-met-de-pet tot protagonist of antagonist wordt gepromoveerd, maar wanneer dat gebeurt dan kijkt die mies-met-pet aan tegen – voor hem of haar – zeer ongewone omstandigheden. Denk aan Samwell in Game of Thrones of Frodo in LOTR. In bijna al die hit verhalen zien we personages die manipuleren, liegen, bedriegen, in het rond neuken, charmeren, stelen, noem maar op, om hun dromen en ambities waar te maken. Niet bepaald gedrag van je keurige buurvrouw.
Laten we eens kijken naar de meest archetypische “westerse” verhalenboer: William Shakespeare. Ook bij hem stikt het van personage die je niet als mies-met-de pet kan labelen: koningen/prinsessen/prinsen in situaties waarin ze moorden, liegen, stelen, manoevreren & intrigeren. Ook bij de Bard kom je al eens een jan-met-de-pet protagonist tegen, zoals Antonio in de Koopman in Venetië. Maar de situatie waarin hij zich werkt is allesbehalve gewoontjes: als hij Shylock niet kan terugbetalen moet hij zijn schuld vereffenen met een pond van zijn eigen vlees. Bovendien is dat verhaal gezet in Venetië, wat vrij exotisch was voor het 16de eeuws publiek waar de Bard voor schreef.
Ik noemde al Honderd Jaar Eenzaamheid, waarin we op het eerst gezicht een hele reeks normale personages zien, maar over het geheel ligt een saus van magisch realisme: protagonisten worden honderden jaren oud, je krijgt incestueuze huwelijken waaruit kinderen met varkenstaartjes (die gekrulde, aan een achterwerk, niet de haarstijl) komen. Bonuspunten omdat de setting in 19e eeuws Columbia ligt, ver van onze achterdeur.
Het punt dat ik wil maken is dat geen van die voorbeelden kunnen beschouwd worden als verhalen over gewone mensen in gewone situaties. Dat wil niet zeggen dat er geen voorbeelden zijn van geweldige verhalen in normale mensen/normale omstandigheden/21ste eeuw – ik om hier straks op terug – maar laten we wel wezen: de meerderheid van de verhalen die er bij het grote publiek als zoete broodjes ingaan zijn anders.
(Ik geef hierboven voorbeelden die ik vaak hoor van mijn studenten. Wil je dat meer “wetenschappelijk” aanpakken, kijk dan even naar de lijst van 100 beste films aller tijden volgens het American Film Institute, en ga na hoeveel daarvan huis-tuin-en-keuken zijn.)
Ontsnappen
Mensen lezen boeken, gaan naar theater, kijken films en TV om te ontsnappen uit het gewone leven. Emma in Madame Bovary (door Flaubert, in 1856!) is hiervan een mooi en tragisch voorbeeld: het spanningsveld tussen haar geromantiseerd wereldbeeld – dat haar doet verlangen naar rijkdom, passie en maatschappelijke status – en de realiteit van haar leven op het platteland, is de motor achter het ganse verhaal (die laatste zin door mij vertaald uit de engelse wikipedia pagina over de roman). Emma kreeg dat romantisch wereldbeeld uit de stationsromannetjes die ze verslond: escapisme op zijn best. Ironisch genoeg werd Flaubert vervolgd voor “obsceniteit” na publicatie van het boek en mede dankzij dat schandaal werd het boek een hit. Punt is dat Emma – in de context van 1856 – een “ongewoon” want “schandalig” personage was.
Hoe komt het dan dat we zo vaak huis-tuin-en-keuken impro zien? Wij zijn improvisatoren: we zijn niet gebonden aan scenario’s en we hebben de vrijheid om om het even wat op het podium te plaatsen. We zijn enkel beperkt door onze verbeelding. Waarom maken spelers dan zo vaak huis-tuin-en-keuken keuzes?
In een volgende post fileer ik een voorbeeld van een huis-tuin-en-keuken optreden van mijn eigen groep, RIOT (de Royal Improphonic Orchestra & Theatre). In de derde en laatste post in deze reeks probeer ik de oorzaken bloot te leggen van waarom we zo vaak huis-tuin-en-keuken impro te zien krijgen.
Deze post is een vertaling van een artikel dat oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd werd onder de titel “Martha Stewart Improv“.