Bij improvisatie op tv denkt iedereen meteen aan De Vloer Op en de Lama’s, maar al veel eerder was er Jiskefet. Deze groep acteurs/programmamakers maakten sketches die in meer of mindere mate geimproviseerd waren. Niet alleen leuk om naar te kijken, maar ook leerzaam, omdat veel van hun materiaal goed te analyseren is op impro-principes. Welke lessen kunnen we er uit trekken?
Hieronder een aflevering van Jiskefet, uit de helaas wat ondergewaardeerde serie “Multilul”. Kijk eerst de aflevering maar eens, dan gaan we het er daarna verder over hebben.
[youtube http://www.youtube.com/watch?v=cNWY__HgJ9Q?rel=0&w=560&h=315]
Platform
Multilul is, net als series als Debiteuren, Crediteuren en de Lullo’s, opgebouwd als mini-sitcom met altijd terugkerende, herkenbare personages en elementen. Die iedere aflevering terugkerende elementen, (niemand kent de naam van Marloes, de vraag of er gebeld is, Frits die altijd iets “nieuw” heeft), zorgen niet alleen voor herkenbaarheid voor de kijker, maar ook als houvast voor de improviserende spelers. Het is het raamwerk dat zorgt voor een gezamenlijk platform.
Focus
Volgende herkenbare impro-houvast: De acteurs komen na elkaar op en bouwen op wat hun voorganger heeft neergezet. Net als in een klassiek “emotioneel feestje” komt elke volgende speler op als de voorganger wel zo’n beetje klaar is en die nieuwe speler krijgt onmiddellijk de focus. In deze aflevering, “Hidden Sound System”, zien we het personage van Kees Prins als eerste binnen komen. Hij start met de herkenbare elementen (“ben je naam even kwijt”) en begint dan met de set-up van de situatie. Dat is bij Jiskefet wel altijd vooraf afgesproken; hier is het Hidden Sound System het centrale verhaal en het fluiten van het verborgen liedje is natuurlijk vooraf gerepeteerd, maar de feitelijke tekst eromheen is dat duidelijk niet. Je ziet Prins, zeker in het begin van de scene, op zoek zijn. Het is mooi is om te zien dat hij geen haast heeft. Eerst de sfeer neerzetten (geneuzel over de kleur van de bank), dan pas richting een feitelijke plot.
De heren zijn meester in finding the game. Het herhalen van “hidden” is een mooi voorbeeld, van mij hadden ze die grap nog wel meer mogen uitmelken. Maar er is natuurlijk in feite een veel betere herhaling aan de hand, met het Hidden Sound System; Herman Koch die het deutje neuriet en zich dan realiseert waar dat door komt, gevolgd door Michiel Romeyn die meteen bij binnenkomst een biertje pakt. Zo wordt de centrale grap bij ieder nieuw personage net even een stapje sneller uitgewerkt, wat een goede uitwerking heeft op het tempo van de gehele scene.
De teksten van receptioniste Marloes (gespeeld door Raymonde de Kuyper) zijn duidelijk afgesproken. Zij heeft ook de meest concrete, voorbedachte grappen (zoals het uur langer roken) en het lijkt er op dat zij als opdracht meegekregen heeft dat ze haar materiaal in mag zetten op het moment dat dat haar logisch lijkt. Misschien juist daardoor zit zij er af en toe voor mijn gevoel ook een beetje naast qua timing.
Scherp
Als je meerdere afleveringen van Multilul bekijkt, kan je alle genoemde kenmerkende elementen steeds weer herkennen. Tot en met de volgorde van binnenkomst van de heren aan toe. In feite weinig anders dan een theatersport-groep die in bijna iedere wedstrijd eenzelfde spelvorm speelt en deze geperfectioneerd heeft; de vorm is steeds gelijk, alleen het centrale onderwerp anders.
Daar is op zich niets mis mee, maar het kan wel leiden tot gemakzucht, en dat zie je naar mijn idee ook bij Jiskefet soms terug. De heren zijn vertrouwd met elkaar en met het materiaal, en het gevolg ervan is dat ze elkaar niet of nauwelijks meer voor het blok zetten. Daardoor staat er maar weinig op het spel en kan je je afvragen hoe veel beter dit geweest zou zijn als ze wel steeds elkaar op scherp gezet zouden hebben. Als er al iemand onder druk wordt gezet, is het altijd de gastacteur – receptioniste Marloes delft altijd het onderspit en in de aflevering geit moet Frits het bezuren (en ook daar zou het nog veel verder doorgevoerd kunnen zijn, trouwens).
Het slot van de aflevering, de wasmiddelreclame, is ook een perfect impro-voorbeeld, namelijk de bekende valkuil “we weten niet hoe we moeten eindigen”. In dit geval is een niet-geïmproviseerd element ingezet, maar dat helpt niet echt. Integendeel, de scene gaat als een nachtkaars uit, maar dan in ieder geval nog wel een absurdistische nachtkaars. Dat doet voornoemde aflevering “geit” beter, die eindigt op de klassieke grappige slotzin.
Lessen
Wat kunnen we hieruit concluderen? Naar mijn idee de volgende punten:
1. Kies voor een rustige opbouw en begin niet meteen aan het plot.
2. Een vast stramien kan een stevige basis geven aan je improvisatie.
3. Improvisatie en afgesproken elementen zijn prima te combineren.
4. Blijf elkaar altijd uitdagen en op scherp zetten.
5. Besteed aandacht aan hoe je een sterk slot kunt maken.