Kerst is eerst en vooral het feest van het licht. Overal gaat het licht aan. Balkons hangen vol met verlichte arresleeen, hele dorpen worden omgebouwd tot lichtjespretpark. Kerstmuziek en films hebben vaak de boodschap: doe je licht eens aan voor een ander. Improviseren is eigenlijk kerstfeest in theaterlicht.
Wanneer je een improvisatievoorstelling speelt, begin je met spelen op het moment dat het licht aangaat. Accepteren, risico nemen, denken in mogelijkheden, faalplezier. Het is op dat moment de normaalste zaak van de wereld. Ook al lukt het niet altijd, je weet in ieder geval dat dat het doel is. Je bent immers getraind in deze basishouding. En met dit in het achterhoofd gebeurt het wonder van creëren vanuit het niets. Het licht gaat aan en voor de paar minuten dat de scene duurt, is het een soort kerstfeest. Liefde overwint, iedereen werkt samen. Conflicten worden opgepakt, uitgespeeld en komen aan het einde weer goed. En wanneer dat niet meteen lukt dan word je bij een theatersport-voorstelling door een rechter aangemoedigd om je hart te laten spreken. Je krijgt er zelfs punten voor.
Improviseren is kerstfeest in theaterlicht
Wat daarna gebeurt, is ook interessant. Scène gespeeld, licht uit. Nabespreken, borrelen en weer terug naar de ‘realiteit’. Alsof improviseren op het toneel een knip uit de werkelijkheid is. Wanneer we dan toch bezig zijn met een kerstgedachte, dan zou het mooi zijn wanneer het improviseren doorgaat wanneer het theaterlicht dooft. Alles waar improvisatie voor staat, zijn pure kerstgedachtes in het klein. Elke scene begint met een enkele gedachte, maar door positiviteit, accepteren en bouwen wordt het een nieuw verhaal. Elke keer weer.
Was Maria een improvisatieactrice avant la lettre?
Dat goed improviseren een enorme impact kan hebben, laat het kerstverhaal zelf zien. Maria was zwanger en in de kribbe werd het kind van God geboren. Een groots gebeuren met een mooie moraal. Je zou ook kunnen denken, dat Jozef zich in het begin afvroeg: ‘wie is eigenlijk de vader?’ Voor Maria tijd voor een goed verhaal met impact. Ja -en zeggen en creatief zijn. ‘Jozef. Het is helaas niet van jou. Ja en…het is niet van zomaar iemand, het is van God. En ik ben ook onbevlekt ontvangen. En daarbij gaat het kind ook nog koning worden.’ Knap staaltje improviseren als je het mij vraagt. Hoe het ook gegaan is: van een goed verhaal gaat het licht altijd aan.
Mooie vergelijking, warme beeldspraak.