Niet dat ik het bewust doe, maar ineens viel het me op: bij het omgaan met en opvoeden van onze dochter (3 jaar) gebruiken mijn vrouw en ik eigenlijk best veel improvisatie-techniekjes.
Jabberen
‘Zullen we in een andere taal kletsen?’ We voeden haar niet tweetalig op, maar toch vraagt mijn dochtertje van drie dit regelmatig. Vervolgens houden we een gesprekje in een niet-bestaande brabbeltaal. Iedere impro-speler zal het meteen herkennen als jabberen. Ze vindt het hilarisch en het is qua taalontwikkeling vast ook wel ergens goed voor. Ze zingt soms ook liedjes in haar eigen taaltje of leest ze zichzelf erin voor. En als ze het zat is, zegt ze gewoon: ‘Nu weer in onze gewone taal!’
Mimen
Lippenbalsem heeft een enorme aantrekkingskracht op onze peuter. Met name als ze zich verkleedt als zeemeermin, wil ze heel graag lippenstift op (dat heeft een echte zeemeermin tenslotte ook of zo). Ik vind het niet zo’n geweldig idee om dagelijks lippenbalsem op te smeren en dus hebben we een oplossing: alsof-lippenstift. Even goed mimen – rustig erbij pakken, dopje eraf, lippen tuiten, secuur opsmeren en dan afhappen op een niet-bestaand papiertje – en voila: iedereen tevreden. Zo beelden we wel vaker dingen uit die ze graag wil maar niet echt krijgt, met als voornaamste voorbeeld een ijsje. Overigens viel het effect van het alsof-hekje voor haar slaapkamerdeur me wat tegen. We moesten haar alsnog acht keer terug naar bed brengen.
Het uitbeelden leidde spontaan tot een nieuw spel genaamd Wat heb ik in mijn hand? Om beurten pakt iemand een denkbeeldig voorwerp en beeldt uit wat je ermee kunt doen. De anderen moeten vervolgens raden wat het is. (Tip: als je het ooit met mijn dochtertje speelt, is de kans heel groot dat ze de controller van de Playstation uitbeeldt. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt volledig bij mijn vrouw.)
Ja zeggen
Wie kleine kinderen heeft, weet dat je ze soms maar moeilijk mee krijgt. Wandelen naar de supermarkt toe gaat dan bijvoorbeeld prima, maar terug naar huis is ineens een obstakel van formaat. Uit ervaring kan ik inmiddels zeggen dat aansporingen met steeds hoger oplopende irritatie en boosheid – ‘Loop eens door! Nee, niet die kant op! Laat dat steentje maar even liggen’ – niet heel effectief zijn en de sfeer nogal verpesten. Bovendien: huilende kinderen lopen niet door, dus dat schiet ook niet op.
Toen mijn vrouw, dochtertje en ik laatst te kampen hadden met dit Enorm Grote Probleem, zag ik mijn vrouw een zeer effectieve actie inzetten. Ze transformeerde in Robohond, het metalen hondje uit ultieme favoriete kinderserie PawPatrol. In navolging van een aflevering bleek de antenne van robohond stuk. Gevolg: ze sloeg op hol en dus moesten mijn dochtertje en ik er wel in volle vaart achteraan. Dat robohond toevallig op hol sloeg richting ons huis, maakte niemand iets uit. En de geamuseerd-verwonderde gezichten van andere voetgangers evenmin. Met een goed humeur en eigenlijk nog sneller dan normaal kwamen we op die manier uiteindelijk thuis aan. Dankzij een beetje speelsheid, een beetje ja zeggen tegen de situatie en meegaan in het idee van de ander. Oftewel: loepzuivere impro-uitgangspunten. Kost het energie? Tuurlijk, maar dat kost boos worden ook en geloof me: dit levert meer op.
Natuurlijk lost een beetje improviseren in de opvoeding niet alles op en sla ik met enige regelmaat de plank mis. Bovenstaande voorbeelden zijn dan ook vooral bedoeld als inspiratie voor het toepassen van impro in de dagelijkse praktijk. En als herinnering voor mezelf.
Nou en?
‘Robohond’: Fan-tas-tisch’ idee! Werkt helaas beter bij peuters dan bij pubers, maar de peuterklassieker ‘muisje-andersom’ werkt dan weer wel ook bij pubers: precies het tegenovergestelde vragen, en het gebeurd ;-).
Overigens is dat ook het mooie bij nieuwe cursusgroepen op beginnersniveau: altijd de verschrikte ogen bij de boodschap dat ze niest nieuws leren, en de nieuwsgierige blik als ze te horen krijgen dat ze al ‘kunnen’ improviseren, maar die skills waarschijnlijk ergens in de puberteit is ondergesneeuwd onder verwachtingspatronen, mores en gevoelens van onzekerheid. .