Ode aan de Dode, de Fuga, de Moord, de Detective. Allemaal theatersportgames waarin de dood een rol speelt. Net als in veel longforms en de vloer op-scenario’s. Niet zo gek, het is een universeel thema, zoals bijvoorbeeld de liefde. Hoe ga je om met de dood in je impro-scene?
Zwaar thema
De dood is een zwaar thema. Helaas wordt er in het improvisatietheater vaak nogal lichtvoetig mee omgegaan en dat is jammer. Ik vind: neem de dood in een serieuze scene ook echt serieus. Zeker op toernooien vind ik dat er wel eens al te lichtzinnig met de dood wordt omgesprongen, juist in integer bedoelde scenes. Een dode vader of moeder begint zo langzamerhand een cliché te worden om je personages maar een zweem van diepgang te geven. Dode ouders komen soms wel erg veel en gemakkelijk voorbij. Bovendien ligt de dramatiek er bij het uitspelen vaak dik bovenop. Te veel grotesk verdriet, nooit eens berusting of lichtheid, het is vaak rode rouwkransen rood verven. Effectbejag dat zijn doel als serieus onderwerp ver voorbij schiet. Zware thema’s zijn prima, maar dan moet je ze wel kunnen dragen.
Moet dat dan altijd, de dood altijd uiterst serieus nemen? Natuurlijk niet, juist zo’n zwaar onderwerp leent zich voor humor. Maar ga er dan ook helemaal voor. Niet proberen er toch nog een soort van integer momentje van te maken als de hele scene dat helemaal niet is. Voorbeeldje: ik stond laatst in een scene, met o.a. als input Game of Thrones (kenmerk: hoofdpersonen die dood gaan). De eerste persoon werd halverwege de eerste zin van de scene al vermoord. Het publiek kwam niet meer bij.
Sterf zonder aarzelen
Een ander sterfgeval waar ik van heb zitten smullen: iemand uit het publiek had de macht op een zelfgekozen moment ‘dood’ te roepen. Toen dat gebeurde stortte één van de spelers zonder twijfelen ter aarde. Hilarisch, juist omdat het een dood zonder aarzelingen was. Vaak twijfelen spelers nog. Je ziet ze bijna denken: maar dan ben ik uit de scene, maar ik had nog een leuk idee, maar… En dus kiezen ze er liever voor om dodelijk gewond te zijn dan te sterven. Of om nog een hele afscheidsspeech te houden voor ze hun laatste adem uitblazen. Vaak niet nodig. Het zijn de spelers die deze grote keuze nog niet durven te maken, maar de personages zijn er vaak allang rijp voor.
Kom ook niet meer terug op je keuze. ‘Als je dood bent, blijf dan dood’, hoorde ik laatst een rechter zeggen en daar ben ik het helemaal mee eens. Je medespelers redden zich wel, je hoeft niet ineens op wonderbaarlijke wijze uit de dood te herrijzen. Als je personage echt zo belangrijk is voor de scene, kunnen we verder gaan kijken hoe het gaat in de hemel of de hel. Of in een flashback meer over je verleden leren. Maar over het algemeen geldt: dood is dood. Onomkeerbaar en dat maakt het zo fijn om mee te spelen. Als je de dood maar recht doet.