Je kent dat wel. Je hebt een voorstelling gespeeld en het ging geweldig, je loopt dus naar het publiek, klaar voor de complimenten, die, samen met het bier, in overvloed komen. Wat is het leven toch goed.
Je kent dat wel. De voorstelling liep voor geen meter. Achteraf zit je met je medespelers in de kleedkamer nog snel te analyseren wat er allemaal misging. Je gaat met lood in de schoenen naar de foyer. Nu moet je je publiek onder ogen komen. Wat ga je doen?
Het publiek zegt achteraf bij de bar: “leuke voorstelling!” Je merkt dat ze niet echt enthousiast zijn. Of een andere keer zijn ze wel echt enthousiast. En daar ga je. “Nou. het liep eigenlijk niet zo. In die eerste scène zaten we helemaal vast dus daar hebben we ons maar met een grap vanaf gemaakt. En daarna was het allemaal wel ok, maar we hebben wel eens lekkerder gespeeld.”
Het is zo logisch. Daarom kennen we het allemaal wel. Maar je bent één ding vergeten: Het publiek had een leuke voorstelling. Misschien wel heel leuk. Of een beetje leuk. Maar jij vertelt het publiek op dat moment dat ze naar een slechte show hebben gekeken. Kortom dat hun ervaring – dat ze het leuk vonden – eigenlijk door hun onkunde komt. Want jij, de expert, weet dat het niks was of “wel beter kon”.
Wat doet dat met je publiek?
De toeschouwers dachten een leuke show gezien te hebben, maar nu weten ze beter: ze hebben een stomme show gezien. Bovendien zijn zij kennelijk niet erg slim, omdat ze het aanvankelijk leuk hebben gevonden. Dat is de boodschap die je met je goedbedoelde zelfkritiek uitstraalt. En ik vertel het nu vrij extreem, maar op subtielere wijze komt dit probleem altijd terug.
Bedenk dat je een show geeft voor het publiek. Dat houdt niet op als de show is afgelopen. Ook na de show zijn ze publiek en wil je dat ze een zo goed mogelijke tijd hebben gehad. Dat ze zich vermaken, dan is de kans dat ze nog eens terugkomen ook groter.
Natuurlijk, als je publiek het niks vond, steek dan de hand in eigen boezem. Maar over het algemeen: zet de zelfkritiek in de ijskast tot een evaluatie met de groep, zonder publiek erbij. Wees nieuwsgierig. Vraag het publiek wat ze leuk vonden. Laat je meevoeren op hun enthousiaste verhalen. Ontdek wat je allemaal goed hebt gedaan zonder dat je het door had. Drink bier, wijn of cola en geniet. Als ze vragen wat jij er zelf van vond*: benadruk wat goed ging, waar je blij mee was en dat je blij bent met hun complimenten. En dan kan er misschien nog van af: “Ik ben heel blij dat je het leuk vond. Volgende keer wil ik nog wel een stukje beter spelen. Kom je dan ook?”
—
* “Wat vond je er zelf van” is meestal een vraag die ofwel komt van iemand die er geen enkel verstand van heeft en niet goed weet wat hij er over moet zeggen, óf het komt van iemand die er wel verstand van heeft, het absoluut vreselijk vond, en op deze manier hoopt er niet over te hoeven praten”.