De afgelopen jaren ben ik niet meer echt actief geweest in het improvisatie-wereldje. Het kriebelde wel, maar als ik weer het toneel op zou gaan, dan zou ik het iets moeten zijn waarmee ik aan het begin zou staan van iets totaal nieuws in Nederland. Met de totale vrijheid en het anarchistische gevoel uit mijn begintijd. Dat heb ik gevonden in Bata Clowning!
5 improvisatie-vaardigheden die iedere debatleider verder helpen
Ik heb journalistiek gestudeerd en houd me daarnaast al jaren intensief bezig met (improvisatie-)theater. Dat zijn ook de twee dingen waarmee ik mijn geld verdien. Ik vind het geweldig als ze in één opdracht samenkomen, wat steeds vaker gebeurt. Zo leidde ik voor PKB Het Campagnebureau groepsdiscussies na de jaarlijkse Achlum Lezing, bracht ik theatermakers en publiek met elkaar in gesprek na de voorstelling Phobia in de Stadsschouwburg en presenteerde ik daar ook de afgelopen twee edities van WorldTalks. Mijn achtergrond in journalistiek kwam daarbij goed van pas, maar die in improvisatie zeker ook. In deze blog: vijf manieren waarop impro je een betere debat- en gespreksleider maakt.
Gaan improvisatie en filosofie samen? Ja!
Toen ik in 2006 van aan een filosofiedocent aan de UT voorlegde dat ik wilde afstuderen op filosofie en improvisatietheater heeft hij me recht in mijn gezicht uitgelachen. Ik had al jarenlang in alle colleges overeenkomsten zitten noteren tussen filosofie en improvisatietheater en was ervan overtuigd dat er nodig meer over uitgezocht moest worden. Hij was zelf jarenlang impro-pianist geweest en zei schamper: “Theatersport is een leuke hobby van je, maar we doen hier aan filosofie!”
Lesgeven aan kinderen: drukke wezentjes
Och, wat was het vroeg. Met de make-up van de voorstelling nog korrelig op mijn gezicht zittend, krabbelde ik zondagochtend uit bed. Zaterdagavond een voorstelling tegen Aangenaam Verrast spelen en dan zondag zonder dat extra uurtje slaap (schijt zomertijd) snel naar Amsterdam Zuidoost. Want daar stond me een les te wachten. Om te geven. Aan kinderen. Je weet wel, van die drukke wezens zonder ook maar enige structuur, laat staan een duidelijke wie-wat-waar. Waarom dacht ik ook alweer dat dit een goed idee was?
16 do’s voor meer emancipatie
Natuurlijk wil jij ook dat je medespelers zich prettig en gezien voelen. En dat je publiek zich herkent in de scenes die je speelt. Emancipatie, hoera! Discriminatie, boeh! Maar improvisatie is spelen op impuls, dus hoe doe je dat? Alleen meeknikken met Sytse’s blog, is dat genoeg? Ook ik krabte me achter mijn oren en stelde mezelf de vraag: Hoe dan? Ik vroeg het mijn Europese impro-vrienden en kreeg er deze 16 to-do’s uit. Fijn, dingen die je kan doen. Al is het er maar eentje.