Iedere improvisatie-speler heeft het wel eens meegemaakt: een scene die niet loopt. Die kabbelt of ronduit saai is. Iedereen ziet het, iedereen voelt het, maar niemand weet wat hij er aan moet doen. Daarom in deze blog: Eerste Hulp Bij Kabbelende Scenes (met vijf tips die ik niet per se zelf heb verzonnen of altijd toepas).
Lesgeven: een geheel nieuwe ervaring
‘Pardon, weet u waar de groep van Victor les heeft?’
‘Eh, Victor, dat is die kale uit Haarlem toch? Nee, ik heb ‘m nog niet gezien vandaag moet ik zeggen. Trouwens, volgens mij kon die vanavond niet, we zouden een vervanger krijgen. Loop maar even met mij mee, ik zit ook in zijn groep. Train je vanavond een keertje mee?’
‘Nou, eigenlijk ben ik die vervanger voor vanavond’.
‘Oh op die manier.’ – inspecteert me vluchtig van top tot teen.
Het geheim van een lekkere scene
Iedereen kent het: Je bent samen met een medespeler aan het improviseren. Je onderzoekt samen wie je bent en wat je aan het doen bent. Als het meezit doe je ook een handeling of gebruik je zelfs een emotie in je spel. Wat zijn we lekker aan het spelen!
Maar het stemmetje in je hoofd is hard aan het werk: Welke kant gaat de scene op? Wat zal ik nu eens doen?.. Help!
Dit harde werken is een goede eigenschap, maar gaat soms ten koste van echt lekker acteren. Om je hoofd meer rust te geven heb ik een handig lijstje. Als je dit tijdens het spelen naloopt heb je meer grip op de scene.
Ja en? Nee dank je!
‘Ja en…’ zeggen is misschien wel de bekendste techniek die improvisatoren leren. Maar is het nou echt altijd een goed idee om ‘ja en…’ te zeggen op het aanbod van je medespeler? Naar mijn idee niet. Ik vind dat het zelfs in de weg kan zitten. Drie manieren waarop.
Blind vertrouwen: spelen zonder zicht
Stikdonker was het toen ik het theater van Nijmegen instapte. Ik zag geen hand voor ogen. Een vriendelijke stem begeleidde mij de eerste stappen. De man die bij de stem hoorde, pakte niet mijn hand, maar zei dat ik zijn stem moest volgen. Ik merkte dat ik gebogen stond, verkrampt. Ik had telkens het idee dat ik ergens tegenaan zou botsen. En ik sprak geen woord. Behalve als het moest. Heel voorzichtig durfde ik te lopen. Stapvoets. En toen begon het avontuur…