Je kent dat wel. Je hebt een voorstelling gespeeld en het ging geweldig, je loopt dus naar het publiek, klaar voor de complimenten, die, samen met het bier, in overvloed komen. Wat is het leven toch goed.
Je kent dat wel. De voorstelling liep voor geen meter. Achteraf zit je met je medespelers in de kleedkamer nog snel te analyseren wat er allemaal misging. Je gaat met lood in de schoenen naar de foyer. Nu moet je je publiek onder ogen komen. Wat ga je doen?