Iedere improvisatie-speler heeft het wel eens meegemaakt: een scene die niet loopt. Die kabbelt of ronduit saai is. Iedereen ziet het, iedereen voelt het, maar niemand weet wat hij er aan moet doen. Daarom in deze blog: Eerste Hulp Bij Kabbelende Scenes (met vijf tips die ik niet per se zelf heb verzonnen of altijd toepas).
Lesgeven: een geheel nieuwe ervaring
‘Pardon, weet u waar de groep van Victor les heeft?’
‘Eh, Victor, dat is die kale uit Haarlem toch? Nee, ik heb ‘m nog niet gezien vandaag moet ik zeggen. Trouwens, volgens mij kon die vanavond niet, we zouden een vervanger krijgen. Loop maar even met mij mee, ik zit ook in zijn groep. Train je vanavond een keertje mee?’
‘Nou, eigenlijk ben ik die vervanger voor vanavond’.
‘Oh op die manier.’ – inspecteert me vluchtig van top tot teen.
Ja en? Nee dank je!
‘Ja en…’ zeggen is misschien wel de bekendste techniek die improvisatoren leren. Maar is het nou echt altijd een goed idee om ‘ja en…’ te zeggen op het aanbod van je medespeler? Naar mijn idee niet. Ik vind dat het zelfs in de weg kan zitten. Drie manieren waarop.
Improvisatie op locatie: tips uit het bos
Improvisatie leent zich uitstekend voor locatietheater. Je bent flexibel en hebt de vrijheid om in te spelen op de omstandigheden en onverwachte dingen die zich aandienen. TVA, Lelijke Eendjes, Impro Battle hebben bijvoorbeeld recentelijk op locatie gespeeld. Wij trokken 5 jaar geleden met Placebo naar het Vliegenbos in Amsterdam Noord voor “Weerwolven in het Wild”, een voorstelling die binnenkort in reprise gaat. Een aantal lessen die we geleerd hebben.
Tien maanden in improland
‘Improland’ was een term die ik vaak hoorde in mijn eerste maanden bij Placebo. Het leek me wat overdreven, een ‘land’. Want hoeveel mensen konden dat nou zijn, die het net als ik leuk vinden om scènes ter plekke te bedenken? Daar bleek ik me een beetje in te vergissen…